Rondje zand !
Kunt ge U al voorstellen dat ge eind november op een mistige zondagmorgen, of moet ik nacht zeggen, om 4 uur opstaat om even later richting De Zee’ te karren ? Tja, met wie scheelt er niks ?
Heb in de loop der jaren al allerhande mountainbike-watertjes over de halve aardbol doorzwommen, maar de Belgische kust is tot nog toe onbekend terrein gebleven. Te kort bij huis, zeker ? E wried Westvloamsch hat in miene velo-kultuure dacht ik zo, en daar moest dringend wat aan gebeuren. Als daarenboven een aantal collega-bikers -ik noem zeker geen namen hoor Tom en Hans- maar blijven aandringen om toch eens een strandrace mee te rijden, dan is de keuze snel gemaakt, al was het maar om van het gezaag af te geraken.
Samen met vrijwillig slachtoffer Kroki, parkeren we even na zeven op amper 100 meter van den dijk in De Panne. Hoewel de kust me eigenlijk nooit aangesproken heeft, ben ik deze keer toch best wel enthousiast. De koude nacht maakt plaats voor een veelbelovende winterzon en de slapende goesting om eens in het het echte zand te stoeien groeit met de minuut. Shit, ik denk dat ik als een stationsroman begin te klinken, maar ja, met wie scheelt er niks ? Terwijl we in de gezellige warmte van onze voiture de mond nog vol hebben van de meegebrachte ontbijtpistoleekes, scheurt een donkere schim op z’n mountainbike voorbij. Zie dieje zot daar, die is nu al aan’t warmrijden voor de start om 10u lachen we tussen de zeven granen door. Verdikke, ‘t is één van die mannen van Diest! Gaat ge het geloven, ‘t is Transrockies-finisher, kameraad en spinning-goeroe André die net zijn startnummer heeft afgehaald. De hoogste tijd nu om te gaan opwarmen, want naar ‘t schijnt starten ze hier aan een moordend tempo van ruim boven de 40 km per uur. Streekgenoot, stuntman en aankomend talent Michael Vandersypen neemt me als routinier op sleeptouw. Hij was vorig jaar al van de partij, kent het parcours en maakt me attent op een aantal valkuilen. Letterlijk, want na amper 3 meter losse zand, sla ik al vakkundig overkop en steek ik tot achter mijn oren in het zand. Wa is da hie veur iet ?, krabbel ik overeind. Een spoedcursus strandracen dringt zich op maar daarvoor is het ruim laat.
Nog 3 minuten staat op een groot bord dat door een gezette oudere man omhoog gestoken wordt en het begin van twee uur afzien aankondigt. Bij die boxmatchen op Euro sport hebben ze daar toch wel schoner volk voor, maar dat is televisie natuurlijk. In de zee van renners ook heel wat vrienden van bij ons: Janneke, Tom, Chris, Walter, allé, de Knoet is naar jaarlijkse gewoonte met een complete Toptours -autocar afgezakt.
Het voorste gedeelte van het tweede startvak zou moeten volstaan voor een goede uitgangspositie, maar voor de rest wordt het knokken. De routiniers hebben meestal speciale, extra brede banden zonder profiel opliggen, die zorgen dat je op het zand drijft’ en je niet ingraaft. Mijn vertrouwen gaat vandaag naar Continental semislicks, hopelijk een goede keuze.
Klokslag 10 uur valt het onder het goedkeurende oog van Leopold 1 (eigenlijk staat hij met zijn rug naar het strand, maar dat klinkt niet), het startschot evenals het metalen BMX-starthek. Onder massale publieke belangstelling stuiven ca. 1500 tweewielers als één groot, langgerekt peloton over de plage’ richting Frankrijk. De start en het rijden op de harde zandstrook vallen goed mee en zonder veel moeite halen we al gauw snelheden boven de 40 per uur. Op zoek naar het beste spoor slingert de zenuwachtige meute zich soms van links naar rechts en attent blijven is de boodschap. Een enkeling gaat in paniek in de remmen en zorgt voor miljaardes’ en nondedjus’.
Ieieieieieiep, klingeling, klets: 10 man op nen hoop aan de linkerkant. Knots, boenk: nog eens 10 man onderuit rechts achter. Spektakel en ontgoocheling verzekerd. Oorverdovend geknetter als we in groep over een dikke laag schelpjes denderen en daar staan de eersten al met ne platten tuub.
Het eerste echte obstakel ligt echter in Frankrijk op de loer: Een uit klinkers opgetrokken oprit moet ons vanop het strand naar de enkele meter hoger gelegen dijk brengen en de zijkanten ervan zijn steil en door het zand zeer glad. Ik neem de helling iets te schuin en net op het knikpunt schiet m’n fiets plots onderuit en schuift terug naar beneden. Gelukkig kan ik nog net het zadel grijpen en opnieuw vertrekken. Iedereen wil zo snel mogelijk keren en over de zeedijk terug richting de Panne koersen. Door het hoge tempo is inhalen extreem moeilijk en vaak is aanklampen de enige mogelijkheid.
Hét verschil in een beach-race wordt gemaakt in de losse zandstroken die tussen zeedijk en vast strand moeten overmeesterd worden. Hier wordt het kaf onverbiddelijk van het koren gescheiden en dit op een spectaculaire manier. De toppers vliegen hier overheen alsof er geen vuiltje aan de lucht is terwijl anderen zich hulpeloos vastrijden of zelfs letterlijk in het zand bijten. Vanmorgen had ik al ondervonden hoe het zeker niet moest, maar tijdens de koers lukt het me zo nu en dan om te blijven rijden, zij het dan stijlloos. Ik lig niet zomaar wat stoeien, maar probeer mijn eigen, ovenverse, tactiek uit: Aanloopsnelheid zo hoog mogelijk. Versnelling niet te groot. Een reeds goed uitgereden spoor kiezen. Blijven trappen. Niet remmen. Niet tegensturen. Orbea zijn gang laten gaan. En het resultaat ? Boenk ! Achter op ne vastgereden voorligger en met mijn sjokkedeisen’ de zand in. Blijven oefenen dus!
Als afwisseling is er een golvende asfaltstrook op een camping ingelast maar de scherpe met zand bevuilde bochten verplichten tot voorzichtig draaien. Voor je ‘t weet schuift je voorwiel weg en lig je op je snuffel. Hier komen de zijnoppen van de semislick goed van pas. Aan het andere uiteinde van het parcours, 5 km voorbij de Panne, draaien we opnieuw ‘ graden en onze neus in de wind en beginnen voor de tweede keer aan de lange zandstrook richting la douce France’.
Deze keer geen beschermend peloton om je in te verschuilen, maar kleine verbrokkelde groepjes van slechts enkele renners. Geen probleem, denk ik, kopwerk en de grote molen gaan we immers nooit uit de weg. Al snel blijkt de lichte zeebries echter als een flinke zuidwester aan te voelen en zakt de snelheid overeenkomstig. Verdikke, da valt tegen. Ook het inhalen van andere groepjes is verschrikkelijk moeilijk. Het lijkt wel het spelletje van de ezel met zijne wortel: kortbij maar steeds onbereikbaar en ge moogt eens raden wie wie is. Intussen pikken we de vlot gestarte Michael op en trachten het tempo over de 8 km lange autostrade zo hoog mogelijk te houden, maar het kost schandalig veel moeite. Iets te lang in overdrive, kleppen verbrand en je krijgt direct de rekening gepresenteerd: Groepje weg en solo verder. Waar ik een half uur geleden nog 42 reed, dokker ik nu aan een beschamende 23 km per uur over de zoute ribbels.
En dan zijn er de loopstroken: terwijl je van dijk naar strand met de nodige evenwichtskunsten nog enigszins kunt proberen om overeind te blijven al ploegend door het mulle zand, is het in de andere richting onvermijdelijk lopen geblazen. Bij die veldrijders op zondagnamiddag lijkt het allemaal zo simpel en vloeiend maar voor een marathonrijder is de overgang van fietsen naar lopen en omgekeerd niet het sterkste punt. Het voortduwen van je bike door het tegenwerkende zand vergt veel van je rug en elke stap die je zet zak je steevast weer weg. Het is als rijden met de handfrein’ op.
Als we de laatste keer de kaarsrechte stoempstrook aanvatten zijn we nog met een groepje van 5 à 6 renners waaronder 2 Knoetbikers (Walter en ?), een MTB-Rudi-renner en nog iemand met een Orbea (ken zijn naam niet, maar in ieder geval ne kerel met oog voor kwaliteit). Met vereende krachten trachten we de afstand tot het voorliggende groepje te verkleinen en ik pers dan ook alle force uit mijn intussen haast verkoolde beenspieren. Het afzien loont want bijna in Frankrijk is de bres gedicht en de aansluiting een feit. Alles doet verschrikkelijk zeer en bovenbenen en kuiten kunnen elk moment ontploffen. Het beste is er dan ook af en de laatste kilometers moet ik opnieuw wat terrein prijsgeven. De vele aanmoedigingen van toeschouwers langs de kant werken echter als super-pijnstillers en drijven me naar de eindstreep. Opdracht – eindigen bij de eerste 100 in minder dan 2 uur – volbracht èn strandrace-debuut afgewerkt, maar zelden zo’n pijnlijke poten gehad na amper’ 1u49min koers.
Een strandrace is duidelijk heel wat anders dan een marathonwedstrijd en er spelen andere factoren een hoofdrol: de startpositie is van levensbelang; een groot mes kunnen stoempen noodzakelijk; tactiek zeer belangrijk; techniek maakt het verschil en een flinke dosis geluk is onontbeerlijk. Tegen toppers zoals Ron delez en Berckmans is geen zeewier gewassen, zij mogen zich dan ook terecht de koningen van het zand noemen. Heb me vandaag echt super geamuseerd, maar geef toch de voorkeur aan mijn geliefde marathondiscipline. Beach-racen is een specialiteit op zich, de verschillen zijn soms zeer klein en het heeft iets van een loterij. Balletje 94 groet U vanachter een dampende pot overheerlijke mosselen terwijl de rode avondzon verwijnt in de ruisende Noordzee.
Pepe
Wedstrijd Info
Afstand: 51 km
Hoogteverschil: ? hm
Uitslag
Elite | ||
1 | Rondelez Bjorn | 01:36:05 |
75 | Paelinck Peter | 01:49:32 |
Foto album
De Panne Beach Endurance 2005
-
De Panne Beach Endurance 2005
Veel volk bij een mooi winterzonnetje
A lot of people under a nice winter sun -
De Panne Beach Endurance 2005
1500 bikers klaar om te vertrekken
1500 bikers ready to go -
De Panne Beach Endurance 2005
Dat is het wiel dat je moet hebben
This is the wheel you have to got -
De Panne Beach Endurance 2005
En ze zijn weg
And off they go -
De Panne Beach Endurance 2005
Eerste doortocht in De Panne
First passing in De Panne -
De Panne Beach Endurance 2005
Pepe sleurt aan de kop op weg naar Frankrijk
Pepe with the nose in the wind heading to France -
De Panne Beach Endurance 2005
Een van de zandbakken, niet gemakkelijk
One of the sandboxes, not easy -
De Panne Beach Endurance 2005
Pepe slaagt erin van recht te blijven
Pepe succeeds in staying upright -
De Panne Beach Endurance 2005
Zelfs het strand heeft river-crossings
Even the beach has river-crossings -
De Panne Beach Endurance 2005
These boots are (not) made for walking
These boots are (not) made for walking -
De Panne Beach Endurance 2005
Snel opspringen voor de laatste 100m
Quickly jump on the bike again for the final 100m -
De Panne Beach Endurance 2005
moe maar gelukkig
tired, but happy