TransRockies 2005

TransRockies 2005


De Reevax-race-kapriolen in Canada zijn intussen alweer een tijdje verleden tijd, maar de indrukken zijn nog steeds levendig. De hoogste tijd dus om even terug te kijken op een speciale wedstrijd in een uniek land met eindeloze grote bossen, duizend meren en de Rockies.

Het land

Hoe ik me Canada had voorgesteld? Een beetje zoals in de verhalen van Winnetou en Old Shatterhand zeker?: wijdse natuur met veel bossen en groen-blauwe rivieren. Hoewel de lokatie klopt niet echt.

Met zijn 10 miljoen vierkante kilometer is Canada meer dan 300 keer groter dan België en dit met slechts 25 miljoen mensen. Meer dan 60% van dit gigantische land is immers onbewoond. Wij zagen slechts een minuscule 600km zodat veralgemenen ten zeerste te vermijden valt.

De eerste kennismaking met Canada is Calgary en het deed me tot mijn grote verbazing aan Schotland denken, hoewel ik er nog nooit geweest ben. Eens in de Rocky Mountains werd mijn idee over het stoere noorden gelukkig bevestigd. Hoewel ik een meer Europees karakter verwacht had, bleken de kleine dorpjes zoals Fernie typisch Amerikaans: oppervlakkig en met weinig ziel. Streets en Avenues bepalen het rastervormige straatbeeld en van een leuk pleintje met dito koffie-terras is dan ook geen sprake: Forget it! Supermarkten, motels en fast-food-tenten en vooral big, very-big cars. Fernie is dan ook maar een scheet van de U.S. verwijderd, in elk geval, de locals zijn iets minder rond.

Europa is Amerika niet en het is niet omdat je een mondje Engels spreekt, dat je alles en iedereen in dit Canada begrijpt. Tijdens ons verblijf in Noord-Amerika hebben we dan ook heel wat moeten leren over de gewoontes en het woordgbruik:
Hier een kleine bloemlezing:

* Woordjes:
Bagels = donutachtig pistolet uit diverse graansoorten, maar zo zwaar dat je hem best niet op je tenen laat vallen.
Pop = frisdrank
Diet Coke = Cola Light
Sub = Submarine sandwich = groot langwerpig belegd broodje
Smokie = rookworst

* Naar de supermarkten kan je tot wel 11 uur ’s avonds en de cassieres laden zelf je winkelzakje vol.

* In cafe’s en restaurants is een tip gebruikelijk. Je wordt verwacht om ca. 15% op het totaalbedrag bij te tellen, maar dan wel na voorafgaandelijke aftrek van de verschillende provincie- en staatstaxen. Betalen in Canada is dan ook bevorderlijk voor het hoofdrekenen.

* Ijshockey is duidelijk DE nationale sport: de jeugd groeit ermee op en ook de volwassenen spelen als ze kunnen tijdens de middagpauze een partijtje hockey. Zelfs het kleinste dorp heeft er een overdekte of ten minste een openlucht-ijsbaan.

* Het verbaast ons niet dat een Canadees -overigens terecht- erg trots is op zijn prachtig land. Dit steekt hij dan ook niet onder stoelen of banken, maar laat het graag zien: overal wapperen Canadese vlaggen en het rode esdoornblad steekt werkelijk overal de kop op.

* De wegen zijn breed en de highway’s lang en recht. Een Canadese deelnemer analyseerde: Europeanen rijden ‘als gekken’ over hun smalle wegen, maar zijn wel goede bestuurders. Canadezen daarentegen zijn principieel niet zo’n goede auto-rijders, maar hebben plaats zat en kunnen zich dan ook een foutje veroorloven.

* De Canadezen die wij hebben leren kennen waren bijzonder gastvrij. Zonder vragen bieden ze hun hulp aan en doen al het mogelijke om het je naar je zin te maken. Ook op straat spreekt men elkaar aan en volgt vaak een vriendelijk gesprekje. Geen oogkleppen-instelling dus.

* Tijdens onze doortocht door de provincies British Columbia en Alberta viel ons op dat de hele streek, misschien wel het hele land, onlosmakelijk verbonden is met de spoorwegen. Voorlopers van het huidige Canadian Pacific Railways zorgden voor de ontwikkeling van grote gebieden. In de geschiedenis van elk dorp spelen spoorwegingenieurs, traces en treinlijnen meestal een primaire rol.

* Naast de spoorwegen speelt ook de kolen-industrie een vooraanstaande rol. Canada is immers een land met vele bodemschatten en het zwarte goud is hier een van.

* Het weer is hier even grillig als de bergen. Op een week tijd kan je werkelijk alle seizoenen meemaken en wat kledij betreft hou je hier best ook rekening mee. In T-shirt door de hagel lopen en op de bike met winterhandschoenen bij 35 graden: het is echt geen zicht. Van hittegolf naar een winteroffensief in 1 nacht; een echte sauna-shocktherapie.

* Stopwoordjes als “cool” en “awesome” worden hier even vaak gebruikt als “waaaaw en gewelllllldig” door Eddy Wally. Hun verhaaltjes krijgen er direct een extra dosis “da is nie gewoon” bij.


De Canadese biker

Gedurende de Transrockies-wedstrijd kregen we de kans om het ras ‘de Canadese mountainbiker’ van kortbij te bestuderen. We hebben kunnen vaststellen dat er duidelijke verschillen bestaan tussen marathonrijders van bij ons en de Noord-Amerikaanse collega’s:

* Vooreerst is een biker uit Canada het een en ander gewoon. Hij is vertrouwd met extreme weersomstandigheden en een worteltje of rotsblokje meer zal hem nog niet snel afschrikken. Het zijn met andere woorden vaak ruige lefgozers.

* Ook uiterlijk zijn er duidelijke verschillen. Die gasten rijden zo goed als allemaal met een ‘full-sus’.
Hun idee over fietsen zonder achtervering stond duidelijk te lezen op een sticker in een bike-werkplaats: “Hardtails are for little, fat boys”. En daarmee wisten wij het. Toevallige voorbijgangers fronsten hun wenkbrauwen toen we de week voor de race in Fernie rondhingen en ze onze Orbea’s zagen: “Are you gonna do the race with these bikes ?” klonk het bezorgd. We meenden zelfs iets van leedvermaak in sommigen hun blik te ontwaren, maar dat zal wel aan het tegenlicht te wijten geweest zijn.

* Ook de setup van de fiets is anders: Bredere banden, vaak een riser-bar (aan de uiteinden oplopend stuur) en centimeters (10+) veerweg voor en achter.

* De renners zelf komen eveneens heel anders voor de dag: Europese renners dragen steeds zo spannend mogelijke shirts – vermindering van de luchtweerstand natuurlijk – terwijl men hier meestal lossere fietskleren om het lijf heeft.

* Zelfs bij mountainbikers dikwijls geen zonneklep op de helm. Tijdens de lange afdalingingen heeft men zo een beter overzicht en moet men zijn hoofd minder ver naar achteren knikken om onder de klep door te kijken. Ook zitten die kerels veel rechter op hun bike wat op steile en technische afdalingen eveneens voordelen biedt.

* Tot slot fiets hier heel wat snel volk in de voorste gelederen rond met ongeschoren benen. In de ons omringende landen eerder een zeldzaamheid. Waarschijnlijk om zich tussen de beren beter thuis te voelen.

* Rocky Mountain, dure Canadese High-end fietsen zijn wel de best-seller. Echte chauvinisten, ze plakken ook op alles hun rood-wit vlagske met het beroemde blad.

* Ze nemen de race ook iets minder serieus, er is altijd een gaatje te vinden voor een joke. Fun comes first!

Al bij al zij de Canadese bikers harde kerels en technisch zeer vaardig. Ze hebben dan ook het ideale oefenterrein in hun achtertuin, dus wat wil je.


De wedstrijd

Net zoals in het dagelijks leven heeft een marathon-coureur ook zijn goede en slechte dagen. Bij ons natuurlijk niet anders. Met slechts twee weken rust tussen de Transalp Challenge en deze Canadese wedstrijd, waren de batterijen vanzelfsprekend nog niet kompleet opgeladen. Vermits Domie enkele weken geleden met een verse accu van start was gegaan, bestond ook nu weer het gevaar voor een onevenwicht in het team.

Voornamelijk bij de kortere krachtexplosies met interval-karakter kwam dit geregeld tot uiting. Gelukkig waren er ook etappes met meer gelijkmatige belastingen zodat we op die ritten mekaar zeer goed konden aanvullen. Het resultaat hiervan laat zich dan ook duidelijk in de uitslag tonen want net die etappes behaalden we een prima uitslag. Het sportieve hoogtepunt van deze Transrockies was ongetwijfeld de 3de plaats in het algemene klassement op dag twee. Het onbeschrijfelijke gevoel om na uren van afzien uiteindelijk samen met je teammaat de vruchten te plukken van een hele dag zwaar werken.

Andere highlights waren natuurlijk de bijna 40 kilometer lange single-trail tijdens stage 1. Het leek wel een eindeloze roetsjbaan in een pretpark, maar wel super-vermoeiend. Nog nooit eerder hadden we zoiets meegemaakt.

Eveneens onvergetelijk was de etappe naar Sandy McNabb, door ons omgedoopt tot Muddy McNabb. Zelfs de ergste wintertoestanden van bij ons verdrinken letterlijk in het niets als we terugdenken aan deze “muddy-stage”. Met een gemiddelde van slechts 10km/u in totaal 62km afwerken is geen lachertje. Variatie was er anders genoeg: modder, slijk, blubber, water, stenen, plakgrond, te voet gaan, fiets dragen, door ijskoude rivieren waden. Loodzwaar, zowel fysiek als mentaal, maar onvergetelijk. Een ding is zeker: Etappe 4 kleurde deze Transrockies……. en wel bruin!

Ook de haast onberijdbare afdalingen over tonnen grove rotsblokken is me bijgebleven. Hier had ik zelfs met de beste fully nog niet naar beneden gekunt.

Ondanks het slechte weer was de etappe over Jumpingpound-Ridge een van de mooiste en leukste om te rijden. De kombinatie van techniek en het ruwe landschap deden ons echt genieten tijdens de race.
Leuke anekdote ivm de crash tijdens etappe 3 en de hiervan gemaakte videobeelden door cameraman Glen Crowford:
This year Crawford’s highlight footage came when he was riding his motorbike at 25 miles an hour on the road, one hand on the throttle and the other hand holding his big camera backwards pointing at the leaders. “We were clipping along and I was filming the group. Then they all went down. It was an incredible shot and I was scared shitless.”

De organisatie

Kleinschaliger als Transalp of Cape Epic maar met een vleugje Crocodile Trophy wat het avontuurlijke betreft is deze wedstrijd behoorlijk georganiseerd. Je ziet duidelijke invloeden van de Duitse Transalp-organisatie maar het geheel is bijlange niet zo ver uitgewerkt. Vooral inzake publiciteit en sponsoring staan de twee andere etappenwedstrijden een heel stuk verder. Het verlies van de hoofdsponsor Adidas en de stopzetting van de samenwerking met Upsolut hebben toch wel wat sporen nagelaten.

Het logement was OK hoewel we af en toe problemen ondervonden met de waterdichtheid van onze tent.
Het eten was soms wat aan de beperkte kant en een tweede ronde was eerder een uitzondering dan regel. Een muesli reep als slaapmutsje in de tent was echt wel een must om de woeste Rockies te overwinnen. Zowel het ontbijt als het avondmaal was af en toe gerantsoeneerd. Op zijn Canadees;” No food, no go” en met die gedachte hebben een paar keer de local mall leeg geplunderd.

Over douches geen klagen: ofwel deftige voorzieningen in sporthallen, ofwel lekker warm water in de douche-truck. Op medisch vlak zijn we van de Europese marathons betere condities gewoon. Hoewel er een medisch team aanwezig was hadden we soms de indruk dat de EHBO maar zus en zo was. Een berevel heeft blijkbaar geen Iso-Betadine nodig.

We hebben wel nog nooit gezien dat een door de organisatie ingehuurder prive-helikopter tijdens elke etappe aanwezig was. Show or must! Maar gaat waarschijnlijk wel mooie beelden opleveren.


De Belgen

Onder de ca. 350 deelnemers, slechts 4 Belgen: naast Reevax was er nog Andre en Nico om ons land te vertegenwoordigen. Met hun 8ste plaats in de masterskategorie behaalden onze landgenoten een buitengewoon schitterend resultaat. Daarenboven stonden ze eveneens te blinken op het podium toen ze in etappe drie als 3de masters-team over de finishlijn reden.
We hebben die gasten tijdens onze twee weken samenzijn natuurlijk ook wat beter leren kennen en toch hier en daar enkele vreemde situaties en gewoontes vastgesteld:

* Onzen Dre mag dan, naar eigen zeggen, amper een woordje Engels spreken, steevast begroette hij ons met een zeer Amerikaans klinkend “Hellooow gaaaaajzzzz!”.

* Onze langste vertegenwoordiger bleek het nodig te vinden om zich te meten met veel kleinere tegenstanders en draagt sindsdien de bijnaam: de Squirrel-killer.

* United-Bikers nemen hun afkomst soms wat te letterlijk en blijven elkaar onder alle omstandigheden trouw: als tijdens het raften de ene overboord valt, volgt de andere onvermijdelijk. Mogelijk zijn hier teamorders van de voorzitter in het spel.

* De sanitaire gewoontes van onze Brabantse collega’s kregen zelfs een toeristisch karakter toen de Nico tijdens een dringende en ongeplande sanitaire stop zijn edele achterwerk zomaar met het stratenplan van Banff afkuiste. En dan te weten dat Banff echt wel een sjiek en mondain wintersport-oord is.

* Een keer heeft den Dre het geriskeerd om de week na de wedstrijd ’s morgens vroeg op te staan en een broebelbad te nemen. Wij dachten dat onze buren een pneumatische boorhamer hadden bovengehaald. Hij heeft het gene tweede keer geprobeerd na algemeen protest. De 10 jaar lange fitness spier opbouw heeft ons niet afgeschrikt.

* Als een mens op een of andere manier kultuur kan verspreiden, dan mag hij dit niet laten. Wij leerden onze landgenoten, willen of niet, genieten van de enige echte overzeese koffie-kultuur: Starbuck’s. Cappucino grande with tripple shot; 300ml cafeine om wakker te worden.

* Beide gozers houden van uitdagingen maar er zijn toch duidelijke verschillen: terwijl de Nico de meest rustige en avontuurlijke van het duo is, kan je Andre best beschrijven als een nerveuze zonnecollector. Elk straaltje zon tracht hij op te vangen en zet dit om in positieve energie. Vroeger in ’t school noemde men dat fotosynthese, geloof ik, alleen wordt hier alles groen en bij den Dre donker-bruin.

* Terwijl die mannen ons geregeld van vreetzakkerij beschuldigden hebben we moeten vaststellen dat de woorden “indigestie”, “gaan liggen”, “broeksriem losser zetten”, “6 kilo bijgekomen”, “hamburgers a volonte” bij onze kameraden niet uit de lucht waren.


Beesten

Canada en de Rockie Mountains staan bekend om zijn beren en hiervoor werden we dan ook herhaaldelijk gewaarschuwd. Waarschijnlijk beter zo, maar echt veel beren hebben we niet gezien. Soms een stukje van dat beest zijn achterwerk of een glimp van een weghobbelende zwarte pels.

Voor de vervaarlijke en agressieve muggen werden we reeds voor ons vertrek meermaals gewaarschuwd. Wij dus in de plaatselijke supermarkt het strafste spul gekocht wat enigszins verkrijgbaar is en zo ten strijde. Onvoorstelbaar hoe goed dit werkt: zelfs zonder de spuitbus boven te halen had ik geen last van de muggen: extreem goe poeier dus !

 


Conclusie

De wedstrijd was wegens het weer en de soms zware ondergrond een hele uitdaging en technisch best zwaar maar meer dan de moeite waard. Echte mountainbikers kunnen hun hart ophalen en fully-bezitters zich echt uitleven. Helaas wordt er voor deze race naar ons gevoel te weinig publiciteit gemaakt in Europa en is het aantal overzeese deelnemers dan ook navenant. In vergelijking met de Transalp Challenge is deze race veel minder een commerciele fabriek en is er nog ruimte voor improvisatie en kleinschalige charme.

Eenieder die op zoek is naar een nieuwe uitdaging en het avontuur niet schuwt en niet vies is van kou, regen en modder, ikunnen we de TransRockies Challenge ten zeerste aanbevelen.
Het prijskaartje ligt wel iets hoger dan die van de Cape Epic of Transalp Challenge maar je krijgt er wel een brok echt mountainbiking en een wild avontuur voor in een adembenemend land.

Domie & Pepe

 


vorig verslagetappe overzicht