BK voor journalisten, softies en dummies
Ik ga op zoek naar een andere job. Nog nooit zo gevloekt op de collega’s. Anderzijds: misschien was ik gewoon het domme konijn. Maar moest ik die gasten dan laten rijden ? Enfin, hier is het verhaal van het BK voor journalisten, gereden op die schone en warme eerste zondag van juni.
De opdracht is een beetje vreemd: twee plaatselijke rondjes van zes kilometer achter de volgwagen aan “toeristentempo” – 25 per uur naar verluidt - en daarna nog één plaatselijke ronde van 18 kilometer, ook al achter de volgwagen. Die plaatselijke ronde is trouwens dezelfde als diegene die de profs een paar uur later zullen afhaspelen, Putte is de aankomstplaats van de slotrit in de Ronde van België. En dàn, na die 30 kilometer mogen alle remmen los en mogen we nog twee van die plaatselijke ronden vlammen, 36 kilometer lang the real stuff dus.
Het weer is schitterend, Els heeft zich met de oudjes op een terrasje gezet. Een terrasje waarvan de snuggere uitbater voor de gelegenheid Mojito’s serveert, ik weet al wie er de madammen straks zal mogen ondersteunen op weg naar de auto… Vòòr de start ga ik nog even dag zeggen tegen de collega’s. Michel Wuyts vraagt met een niet mis te verstaan gebaar of ik de goeie pillen genomen heb, ik doe alsof m’n neus bloedt. Wat later voegt hij eraan toe: “Scholske, als ge wint, een kistje Karmeliet”. Ik had eerst begrepen dat hij me op een zes gangen-menu zou trakteren in Dè Karmeliet. Intussen heb ik ook Rob Heirbaut en Steven Rombaut teruggevonden, collega’s van de algemene nieuwsredactie die een aardig stukje kunnen fietsen. Rob rijdt volgende maand voor de zesde keer (!) De Marmotte, alstublieft. Het is dan ook de Europa-specialist van het huis, vanop al die bergen kan hij perfect inschatten waar het zoal brandt binnen de Europese Unie.
KNAL, klinkt het startschot, en jawel, de wagen voor ons houdt zich netjes aan die vooropgestelde 25 kilometer per uur. Beetje keuvelen dus met de collega’s, en even checken wie we zoal in de gaten moeten houden. Op papier lijken dat in de eerste plaats Dieter Roman te zijn, de wereldkampioen tijdrijden bij de journalisten van vorig jaar, en Frederik Baekelandt, wielerjournalist bij Het Nieuwblad. Roman ziet er indrukwekkend uit, zo met regenboogtrui en olifantenbenen. Dertig kilometer lang genieten we van de zon, en zijn we ook een beetje bang van het melkzuur dat komen gaat. En dan… Opschudding in het peleton, dat toch – journalisten en niet professionele persmedewerkers samen – meer dan 60 man sterk is. Bij het èchte begin van de koers krijgen de organisatoren in de mot dat de profs in aantocht zijn en dat we die mannen wel es voor de wielen zouden kunnen rijden. Beslissing: één ronde van 18 kilometer. Jawadde. Nu wordt het pas echt vlammen.
Het begin is zenuwachtig. Er zijn een paar pogingen tot demarrage, maar niemand die echt durft door te gaan. Het is nog vroeg natuurlijk, maar anderzijds: wat is vroeg, in een wedstrijd van 18 kilometer ? Op de enige helling – meer een uit de kluiten gewassen molshoop – wordt de boel een beetje uiteengereten, maar nadien komt zo goed als alles weer samen. Na een kleine vijf kilometer is het dan toch raak. Twee snelle rakkers, mij onbekend, gaan er vandoor. Ze krijgen wat speelruimte, en onmiddellijk krijg ik het idee: niet laten gebeuren, want voor je ‘t weet is het voorbij. Vreemd idee blijkbaar, want bijna niemand helpt wanneer ik plankgas geef om de kloof te dichten. Af en toe is er wel een schuchtere poging om het gat dicht te rijden, maar al even snel valt alles weer stil. Rob en Steven geven er zelf ook een keer een lap op, wanneer niemand aanstalten maakt om de vluchters te gaan halen. Vergeefse moeite, want er zijn geen vijf renners te vinden die willen rijden. Plotseling zie ik Roman net naast en achter me rijden. “Allez jong” zeg ik. Hij zegt niks terug. Geen benen of geen zin ? Het zal moeten blijken. Ook Baekelandt (tweede op dat WK tijdrijden voor persjongens vorig jaar) rijdt op een gegeven moment net achter me, en port de kop aan: “komaan, blijven gaan”. Waarop me spontaan de boodschap ontglipt of “hij zelf es niks zou doen”. Zonder resultaat.
Nog vijf kilometer, en nog altijd rijden de twee voorop, zij het wel voortdurend in het zicht van het peleton. Het wordt nu toch wat nerveuzer, en na een paar uitvalspogingen slinkt de voorsprong van de vluchters zienderogen. Maar toch, op drie kilometer van de streep zijn ze nog altijd niet teruggehaald. Een brutale uithaal van een collega die wel wil werken lost alles op: tegen 50 per uur rijdt hij het gat bijna op z’n eentje dicht, ik zorg alleen voor de laatste twintig meter. Nog twee kilometer, iedereen weer samen. Tijd voor de aap om uit de mouw te komen. Alleen heeft de aap in mijn geval intussen een pak melkzuur in de benen. Hoe langer ik erover nadenk, hoe dommer ik het vind. Anderzijds, als niemand werkt worden de twee simpelweg niet gepakt. Les geleerd toch wel, volgend jaar kunnen ze hun miserie zelf oplossen, deze jongen komt niet meer uit het wiel. Dit keer kom ik duidelijk tekort in die laatste twee kilometer. Onder de rode vod zit ik nog altijd goed geplaatst, maar na de laatste bocht, op weg naar de finish, blokkeer ik helemaal. De mannen vooraan spurten voor de overwinning, een vijfde plaats is voor Dieter Roman genoeg om Belgisch Kampioen te worden bij de beroepsjournalisten. Het was dus een kwestie van geen zin daarstraks. Ik kom compleet choco als twintigste algemeen over de streep gebold, en zie naast de Sporza-commentaarcabine ook dat kistje Karmeliet aan m’n neus voorbij gaan. Volgende keer dan maar Michel. José De Cauwer is er intussen ook, hij ziet de miserie in m’n ogen en geeft me snel een busje spa bruis. Op dit moment is alles goed. Het gemiddelde op de teller spreekt voor zich: een gemiddelde van 42.5, zelfs voor 18 kilometer kan dat tellen.
Rob en Steven zijn niet veel later over de streep gekomen, ze hebben een goeie wedstrijd gereden en zijn tevreden. Eigenlijk ben ik dat ook wel een beetje, alleen strookt het resultaat niet met de vorm. Maar dat heb ik dus aan mezelf te danken. Zoals gezegd: een goeie les. Els en de oudjes bevolken nog altijd dat terrasje met die Mojito’s, maar ze hebben het deftig gehouden. Ik zie geen uiterlijke kenmerken van dronkenschap. Een verkwikkende douche, een babbel met Rob en Steven aan de toog en een doortocht van de profs later zijn we weer helemaal gerecupereerd. Het was leuk, maar daar doen we het volgend jaar niet voor. Volgend jaar speel ìk Jan Janssens…
Schokke
Wedstrijd Info
Afstand: 66 km
Hoogteverschil: ? hm
Uitslag
1 | Brett Wauters | |
20 | Bart Schols | 06:08:54 |