Pepe flanel
Na de moddercorrida’s van Houffalize en Bouillon kijken zowel mijn bike als ikzelf reikhalzend uit naar een droge koers. De gratis meegeleverde oogontstekingen zijn intussen gelukkig ook opgeklaard en mijn dichtgeslibte Orbea verkeert weer in topconditie. Al keken de buren soms raar op, toch heeft mijn dagelijkse rituele zonnedans – blootvoets om 5 uur ‘s ochtens op het natte gras – blijkbaar zijn vruchten afgeworpen. De lang verwachte Indian Summer lijkt dit weekend immers een feit en we kunnen dus met de volle goesting koers zetten richting Sankt-Wendel.
Het trainingsprogramma werd deze week danig overhoop gehaald door professionele verplichtingen en sinds eergisteren zit mijn persoonlijke kopserie’ of balhoofdstel een beetje vast. Naar links kijken lukt slechts tot tien vóór tien en dat heeft niks met het moment van de dag te maken. Gelukkig rij ik tijdens het grootste deel van de wedstrijd rechtdoor en ben ik rechtshandig, dus bidons aannemen mag geen probleem opleveren.
Vandaag trouwens een 3-koppig supportteam langs het parcours als morele en praktische ondersteuning. Kroki is na enkele weken van afwezigheid door een voetblessure opgelopen in Neustadt voorzichtig terug op de been en zorgt voor het aangeven van de bidons. De steeds paraat staande Michel en Monique hebben de smaak van de wedstrijden te pakken en zien een dagje supporteren wel zitten.
De zon lacht breed en de hemel boven St. Wendel kleurt staalblauw, maar een stevige en schrale noord-oostenwind keldert de gevoelstemperatuur vlot met enkele verdiepingen. Het betekent een extra jas voor supporters Monique, Michel en Kroki, terwijl een korte opwarming en 2500 hoogtemeters bij mij voor de nodige temperatuursstijging moeten zorgen. Verdikke, ik ben mijn hartslagband thuis vergeten: een slecht voorteken ? Geen ramp, want ik voel zelf wel wanneer ik over de schreef ga. Dit jaar beduidend veel minder volk aan de start. Vermoedelijk zitten het rotweer en bijgevolg loodzware parcours van vorig jaar hier voor iets tussen. Wel aan de start staan 26 Belgen waaronder hobby-categorie-winnaar van vorig jaar, Wouter Cleppe. Ook op het appel is Duitse trots en olympisch kampioene Sabine Spitz en daar is de organisatie terecht erg fier op. De potige gouden medaillewinnares draagt gelukkig oorbellen want het zwarte filiberkeskopje en de manier van lopen met zweren onder de armen doen eerder aan Jan Spitz denken.
De brede gravel-kleurige atletiekpiste vormt de gedroomde arena om een vlotte start mogelijk te maken. Door de speakers galmt het opdwepende Highway to Hell’ en de aftelling is begonnen. Het publiek telt luidkeels mee en de spanning stijgt. Vanop de tweede lijn het ik er echt zin op om er op deze stralende nazomerdag nog eens flink tegenaan te gaan en aan de supporters te tonen dat ze niet voor niets zijn meegekomen. Het lint schiet omhoog en in het kielzog van enkele Zwitserse snelle jongens stormen we richting eerste beklimming. Dat ik in het startgewoel wat plekken moet prijsgeven is niet ongewoon, maar op de eerste beklimming van de dag zit ik al snel tegen het plafond aan: een veeg teken. Mijn voornemen om zo lang mogelijk bij Matthias Bal de snelste in mijn leeftijdscategorie – te blijven kan ik na welgeteld 5 minuten al opbergen. Misschien moet mijn hele systeem nog wat verder opwarmen, pep ik mezelf op, en gaat het straks beter. Voorlopig draait de motor in ieder gaval niet met alle cilinders. De koude lucht die ik inadem prikkelt als naalden in mijn longen. Mijn keel voelt dichtgeknepen en het is net alsof ik door een rietje adem. Een half uur gaat voorbij, maar de toestand verbetert niet. Met kleine slokjes van mijn drinkbus tracht ik mijn vochtreserves op peil te houden en hoop dat hierdoor ook de luchtinstroom gesmeerder zou verlopen, maar tevergeefs. Intussen zijn we een uur in de wedstrijd en begin ik langzaam te vrezen dat dit geen gewone opwarm-problemen zijn. Geen superbenen à la Sven Nijs, maar zo slap als een vod en klaar om aan de wasdraad te hangen. Terwijl ik normaal een redelijke versnelling kan ronddraaien moet ik nu bij elke beklimming noodgedwongen terugschakelen en me als een slappe koffiemolen tergend langzaam de berg op malen.
Als ik na ongeveer anderhalf uur wedstrijd voor de eerste keer supporters Monique, Michel en Kroki tegenkom, hebben die nog geen flauw idee welke ellende ikvandaag allemaal meemaak. Met de moed der wanhoop tracht ik zo normaal mogelijk te doen, in de hoop dat het nog wel allemaal goedkomt. De verse Performance-bidon is trouwens welgekomen en het is bovendien de hoogste tijd om wat te eten. Maar ook hier wringt het fysieke schoentje. Normaal gaat de cherry-coconut-reep er zonder veel problemen in een 4-tal keer in, maar deze keer? Bij de gedachte alleen al dat ik een droge energiereep moet openen en binnenwerken knijpt mijn keel nog verder dicht en begin ik spontaan te kokhalzen. In plaats van te kunnen eten heb ik bij momenten alle moeite van de wereld om mijn ontbijt beneden te houden. Zou dat misschien het probleem zijn ? Heb ik misschien iets slechts gegeten ? De ovenverse Brötchen mit Marmelade smaakten nochtans overheerlijk.
De hele tijd rij ik quasi alleen, maar na ongeveer half wedstrijd hoor ik plots renners achter me. Wetende dat Wouter Cleppe samen met de rest van de hobby-categorie 10 minuten na ons vertrokken is, verwachtte ik hem elk ogenblik. Ik hoop dat jij dat bent Wouter roep ik blind naar achteren, maar krijg geen reaktie. Twee bochten verder steekt het achtervolgende 3-tal me dan voorbij en jawel, Wouter zit ertussen. Kom op, moedig ik hem aan, deze koers win je op één been!. Waarop hij me droogweg vraagt Zeg, weet jij geen manier om te pissen zonder te stoppen ?. Hierdoor schiet ik plots in een lachbui, zuig hierbij opeens liters lucht binnen en begin bijgevolg te hoesten alsof ik jarenlang zware Michel heb gerookt. Het scheelde niet veel of ik was er zowaar ingebleven. Terwijl ik mijn gaspedaal zowat door de planchée’ trap, de weinige zeilen die ik heb bijzet en er blauwe vlammen uit mijn uitlaat komen, lijkt sterke Wouter er een zaterdags tainingsritje van te maken. Het tweetal laat hij gewoon rijden, stopt even voor de o zo nodige plaspauze en rijdt me binnen de korste keren weer met twee handen in de neus voorbij. Succes makker ! roep ik nog snel, terwijl ikzelf met bergen twijfels achterblijf en mijn turbobegrenzer telkens weer roet in het eten gooit. Wie me ook inhaalt, nooit kan ik reageren. Het enige wat overblijft is lijdzaam toezien hoe anderen de berg opvliegen terwijl ik plafonneer.
Mijn lichaam lijkt meer en meer te protesteren en ik vraag me af of ik de eindstreep wel zal halen. Ik rij me het apezuur maar heb het desondanks toch koud alhoewel het buiten nog niet vriest. Met nog 40 kilometer te gaan begint de doemgedachte van te moeten opgeven door mijn hoofd te spoken. In deze toestand nog twee uur verderworstelen zie ik even niet zitten. Maar het woord opgeven’ ontbreekt nu eenmaal in het Reevax-woordenboek. En hoe zullen de supporters reageren ? Doorbijten dus en de schade beperken. Ik dwing mezelf om toch een Energel door te slikken want hierbij nog een hongerklop krijgen zou fataal zijn. Zelden heb ik zo de kilometers van een marathon afgeteld als vandaag. Ik trek me op dat ik weldra mijn supportteam zal weerzien en ben deze keer vast van plan hen over mijn toestand te informeren. Michel en Monique schrikken even wanneer ik meld dat het absoluut niet loopt en dat ik me ziek voel, maar Kroki had al langer door dat er iets niet klopte. De extra aanmoedigingen, het geluid van de meegenomen supportersbel maar bovenal het zien van mijn vrienden geeft me weer dat klein beetje extra kracht om te blijven doorbijten. Ik moet er blijkbaar wel erg slecht hebben uitgezien, want ze besluiten zelfs om enkele extra ontmoetingspunten in te lassen. Het helpt en het laatste gedeelte van de wedstrijd gaat het terug iets beter. De laatste 10 kilometer staat er elke kilometer een bordje en ik tel dan ook reikhalzend af. Normaal kan het voor mij niet lang genoeg duren, maar vandaag verlang ik meer dan ooit naar het verlossende einde. Na 5 uur en 6 minuten is de marteling eindelijk voorbij en rij ik de atletiekpiste van Sankt Wendel op. Tot mijn grote verbazing meldt de speaker dat ik als derde in de senioren 2-categorie ben aangekomen. Ik sta gewoon perplex. Hoe is dat mogelijk? De slechtste wedstrijd van het seizoen gereden; me de hele dag ellendig gevoeld; bijna over de tong moeten gaan; flanellen benen; geen enkele aanval kunnen beantwoorden. En dan toch een podiumplaats. Het verzacht in ieder geval de ontgoocheling over het wedstrijdgevoel en zo kan ik de supporters toch nog op een ijsje trakteren, want dat hebben zij alleszins verdiend.
Oh ja, zoals verwacht wordt Wouter Cleppe winnaar in de hobby-categorie en krijgt zelfs een fiets cadeau. Trouwens ook nog een opsteker voor de stad Sankt Wendel en hun organisatie. Als er internationale normen moesten bestaan voor het organiseren van mountainbike-marathons, dan kan je de St. Wendeler MTB-Marathon gerust als dé referentie beschouwen. Ik heb gezocht naar punten van kritiek, maar die waren niet te vinden. Er werd werkelijk aan alles gedacht:
Gratis pasta à volonté de avond voor de race, zowel voor renners als voor begeleiders
Gratis overnachtingsmogelijkheid in de sporthal en ontbijt aan 3 EUR
Perfecte bepijling met grote en zichtbare pijlen
Meer dan 400 medewerkers
Rode kruispost na elke risicoafdaling
Speaker die zorgt voor sfeer en muziek voor, tijdens en na de wedstrijd
Een echt podium voor alle categoriën
Uitgebreide catering
Ruime en moderne douches mét water, ja zelfs met warm water
Fiets-afspuitstand met voldoende slangen en waterdruk.
Met het Belgisch kampioenschap voor de deur, komt het er voor mij nu op aan om snel weer de oude Pepe terug te vinden. Een bezoekje aan de dokter wijst de volgende dag uit dat een om de hoek piepend griepje vermoedelijk de boosdoener is geweest. Of ik de beestjes tegen volgend weekend uitgeroeid krijg valt nog af te wachten, maar we doen in elk geval ons uiterste best.
See you in Pécrot.
Pepe
Wedstrijd Info
Afstand: 108 km
Hoogteverschil: 2556 hm