Aan hoogtemeters geen gebrek op Gran Canaria, want dit vulkanisch eiland is eigenlijk een reusachtige molshoop met het puntje op 2 kilometer hoogte. Zodra je je dus van de kust richting binnenland verplaatst, vliegen de hoogtemeters je om de oren of beter gezegd in je bovenbenen. Vandaag heb ik een specifieke klimtraining geprogrammeerd. Het wordt dus lastig maar ja, soms is afzien noodzakelijk.
Het pijnlijke klimwerk is trouwens meer dan zo maar een fysieke inspanning. Zoals ik al zo vaak heb trachten uit te leggen wordt de perceptie van elke inspanning voor een belangrijk deel bepaald door onze geest. Hoe positiever je ergens tegenover staat, des te makkelijker is de pijn te verdragen. En ook bij deze klimtraining steekt de chemie van de sporter de kop op: Het magnifieke lanschap blijkt immers op wonderbaarlijke wijze de trainingspijn te neutraliseren waardoor het afzien net dat tikkeltje draaglijker wordt. De adembenemende vergezichten, de diverse roodtinten van de canyons en de wild kronkelende baantjes maken zelfs na vele jaren nog steeds een diepe indruk als ik hier rondrijd.
Als ik me voorstel dat ik dezelfde weerstand gedurende dezelfde tijd zou moet wegtrappen op mijn rollen in de kelder, dan zou het beslist een flink stuk lastiger worden. Misschien moet ik wel wat posters van deze omgeving in mijn kelder ophangen?
Maar zoals elke chemische reactie, is ook deze helaas na verloop van tijd uitgewerkt want als ik na meer dan vijf uur training langs de nochthans wondermooie kust terug naar huis keer, doet elk spiertje in mijn lijf pijn en is mijn kaarsje op smeulen na uitgedoofd. Ik kijk dan ook al uit naar een verkwikkende douche en een stevig avondmaal.
Door de berichten over het niet ophoudende hondeweer in Belgiƫ voel ik me toch me wel een beetje schuldig tegenover mijn trainingsmakkers. Kop op jongens en nog effe doorbijten want de ellende kan toch niet blijven duren.
Pepe