Over Kabouters, Trollen en Bosnimfen
Diep in de provincie Luxemburg, genesteld in het hart van de pittoreske vallei van de Ourthe, verschuilt zich een klein, schattig stadje met een bijzondere reputatie. Ver van alle industrie en omgeven door rotsachtige heuvels, dichte bossen en uitgestrekte weilanden vergaarde Houffalize onder de mountainbikers zowat de status die Roland Garros heeft bij tennisers. Van zolang ik deze heerlijke tak van de wielersport al beoefen, steeds was dit Ardense plekje voor mij synoniem voor the real stuff en als een buitenlander één locatie in ons landje weet te noemen waar ze met dikke banden door de bossen sjeesen, dan valt steevast de naam Houffalize. Nergens in België werd harder gestreden voor wereldbekers en keer op keer werd het parcours door de internationale sterren gevreesd en geprezen. Waar kon je iconen als John Tomac, Rune Hoydal, Paula Pezzo, Alison Sydor en Thomas Frischknecht live aanmoedigen en zelfs aanraken? Juist, het antwoord is Houffalize.
Maar er is nog meer . veel meer. Behalve het bovengrondse sportieve paradijs voor de wandelaar, fietser en forelvisser gonst het in de omgeving van Houffalize van de verborgen bedrijvigheid. Volgens eeuwenoude overleveringen huist immers diep verscholen in de donker naaldwouden en verstopt in onzichtbare tunnels onder de vruchtbare turf een klein maar dapper volkje. Al van in de tijd dat de dieren nog spraken vrijwaren piepkleine wezentjes getooid met bonte pinnemutsen het uitgestrekte gebied van nare wezens en onheil. Terwijl zij hun onophoudelijke oorlog tegen de Trollen uitvechten, zullen wij aardlingen vandaag een sportieve strijd voeren in hun sprookjeswereld.
Al sinds de eerste uitgave van de Houffamarathon, nu 5 jaar geleden, was Reevax er maar al te graag bij om aan te treden in deze arena van het mountainbiken. Be there, Get the feel and Live the experience net zoals de pro’s waar we al die tijd naar opgekeken hebben. Onze opgave: een lange-afstandsmarathon van 125 kilometer en 2500 hoogtemeter.
Vorig jaar liepen er enkel zaken fout, maar voor deze editie werd een betere organisatie beloofd en ook het parcours werd onder handen genomen. De verwachtingen zijn dan ook hoog gespannen en ik ben me er ten volle van bewust dat het vandaag een zware dobber zou kunnen worden. L’Histoire se répète’ want alsof de duivel ermee gemoeid is, kregen we de voorbije dagen alweer te maken met La drasche nationale’. Bij nagenoeg elke Houffamarathon zorgt overvloedige regenval voor en super modderig parcours. Vandaag zal het niet anders zijn.
Naast mezelf bestaat de Reevax-delegatie vandaag uit het Triple-M-team: Monique, Michel en Marv zorgen voor een professionele assistentie. Kroki draagt helaas nog steeds de gevolgen van de Vloek van de Wolfsburg’ en ligt letterlijk met zijn poten’ omhoog. Hopelijk zijn de kwelgeesten snel uit de voeten van onze onfortuinlijke Reevaxer verdwenen. Het is vandaag een gezellig weerzien met de toffe Bike Challenge-bende: Tim, Wouter, Sven, Patje en Zoef, ze zijn allen weer van de partij net zoals heel wat andere bike-vrienden. Als je zo vaak in het buitenland zit, voelt het vandaag een beetje aan als een soort thuismatch. Ik ben telkens weer verbaasd hoe het samen beleven van buitenlandse avonturen banden schept en bewijst dat marathonbiken veel meer is dan alleen maar wat afzien op een tweewieler.
Niet echt goed geplaatst in de startbox wegens wat te lang gewacht, duurt het nog slechts een tiental minuten tot de start. De aftelling is begonnen, de adrenaline stijgt. Nog snel wensen we mekaar veel succes en vooral een veilige race, want het parcours is grillig en genadeloos. Mijn hartslag gaat de hoogte in en de concentratie verscherpt. Rechtervoet ingeklikt, ketting gespannen en de voorvering geblokkeerd. De start is belangrijk want al na één kilometer zit de eerste flessenhals.
Bang!… En we zijn weg voor 125 kilometer ploeteren in het sprookjesbos rondom Houffalize.
Amper 10 meter na de start, op de Place du Crucifix, staat het losgelaten startpeleton plots oog in oog met de snuit van een zwarte auto. De arme bestuurder staat midden op de weg en zit verstijfd van schrik in zijn wagen, terwijl de briesende meute hem ternauwernood links en rechts kan ontwijken. Allé, da begint hier al goe’ denk ik bij mezelf. Voor hetzelfde geld was ik nu niet meer dan een vuile vlek op de getinte ruit van een dagjestoerist. Place du Crucifix, what’s in a name ? Maar we hebben geluk en het loopt goed af. De startklim is steil en daardoor erg selectief en Marv heeft er zich geposteerd om de grimassen op de gezichten vast te leggen. De weg is smal en de groep groot zodat opschuiven een hele onderneming is. Hier en daar echter toch mogelijkheid om naar voren te murwen en als we de eerste singletrial induiken heb ik toch al wat plaatsjes kunnen goedmaken.
Op het gras valt het rijden nog enigszins mee, maar zodra we het bos induiken wordt het me duidelijk dat deze wedstrijd een slijtageslag zal worden. Welkom in de wereld van de kabouters, trollen en bosnimfen. Alsof kabouter Plop met zijn hele famillie aan mijn banden liggen te trekken, zo lastig laat de ondergrond zich berijden. Gelukkig heb ik vooraf gekozen voor smallere banden met meer profiel. Met een Conti nental Explorer vooraan en een Mountain King achteraan moet ik hier uit de voeten raken, maar het is en blijft stoempen’. Gelukkig is het voor iedereen even lastig, maar toch stel ik me af en toe de vraag wat ik hier zo leuk aan vindt? Intussen zijn de echt snelle vogels al gaan vliegen maar heb ik naar mijn gevoel toch een niet onaardig plaatsje kunnen veroveren.
Na ongeveer 14 kilometer de verrassing: een deel van de groep keert plots terug en meldt dat we met z’n allen in de verkeerde richting rijden. Blijkbaar geen pijlen meer te vinden. Hop, hop, snel rechtsomkeer en weer terug. Maar er blijven maar renners toestromen en blijkbaar weet niemand waar we naartoe moeten. Tot onze verbijstering duiken plots vanuit de verkeerde richting ook 2 motards van de organisatie op. Quelle direction?, roepen we vertwijfeld, maar de gehelmde boskabouters halen hun schouders op en met een ontgoochelend On ne sait pas en Il n’y a plus de flêches komen we geen meter verder. Amper 40 minuten in de wedstrijd en het lijkt erop uit te draaien dat we vandaag enkel een tourtocht zullen kunnen rijden, want van racen kan nu geen sprake meer zijn. We vinden het doodjammer.
Intussen staan we met zo’n 50 man in het zompige bos en rijden een klein stukje terug. Plots ziet iemand wat hogerop beweging en als vliegen op siroop schieten we die richting uit. Oef, het lijkt erop dat we terug op het juiste parcours zitten. Door dit hele gedoe is er een inversie ontstaan. De snellere rijders zijn immers achter de wat rustigere terechtgekomen en er volgt een vervelende inghaalrace. Aan sportiviteit echter geen gebrek want in de mate van het mogelijke krijgen we vrije doorgang en we moedigen mekaar wederzijds aan.
Een marathon van deze lengte en met een dergelijk zwaar parcours moet men voorzichtig aanpakken. Al snel merk ik dat Marc Bulteel, 2 de geeindigd bij de masters vorig jaar, er een te hoog tempo op nahoudt. Laten gaan is dan ook de boodschap. Willy Moons, winnaar bij de masters in 2007, kwam vroeg in de wedstrijd ten val en zit zo ergens verderop achter mij. Tot zover de posities van de anderen, ik wil me vooral op mijn eigen wedstrijd concentreren.
Na een dikke 30 kilometer zie ik voor het eerst het MMM-Team aan de kant staan. Tijd voor verse bevoorrading en wat peptalk terwijl Zoef in het voorbijrijden zorgt dat de ketting gesmeerd loopt. Wat een samenwerking. Zoals te verwachten laat het loodzware parcours geen grote groepen toe. Eén renner wijkt echter niet van mijn zijde en we doen om en om wat kopwerk. De jonge Stijn Kiekens maakt een beresterke indruk en dank zij zijn inbreng blijft het tempo constant op een hoog niveau. We weten dat we samen sterker zijn dan alleen en spreken af mekaar zoveel mogelijk te helpen, wat schitterend lukt. Door het vele water en de kilo’s modder zijn vele truitjes amper nog te herkennen en moeten de renners niet onderdoen voor de aardgeesten en trollen die ons vanuit hun schuilplaats vingerwijzend staan uit te lachen. Wacht maar, ik krijg jullie nog!, schreeuw ik hen toe terwijl mijn compagnon onbegrijpend achterom kijkt. Baggeren, ploeteren, beulen en schuiven zijn zowat de sleutelwoorden tijdens deze race en constante zelfmotivatie blijft de boodschap, al begint het na enkele uren al te wennen. Trouwens super-sportief dat Willy Moons’ dochter me steeds weer aanmoedigt en zelfs bidons aanbiedt.
Na zowat ¾ wedstrijd komt Willy me trouwens plots verrassend voorbij geschoten. We zijn intussen tussen tragere rijders van andere afstanden terechtgekomen en moeten op de smalle technische stroken lijdzaam toekijken in plaats van in te kunnen halen. Ook al zijn de meesten zeer sportief en maken waar mogelijk plaats, toch ligt het niet in mijn aard om mensen te gaan opjagen. Ik tracht vooral beleefd en vriendelijk te blijven want het is niet hun fout dat racers en rustige rijders door elkaar zitten. Meervoudig Belgische kampioen Willy Moons is een klasse sterker dan mezelf en ik leg me er bij neer dat hij van me is weggereden. Het is trouwens niet meer dan normaal dat ik achter hem rijdt.
Tot mijn verbazing krijg ik een 10-tal kilometer verderop onverwacht Willy weer in het vizier en blijk opnieuw korterbij te komen. Vanaf dan draait er een knopje om en zie ik een mogelijkheid om misschien vóór hem te finishen, wat voor mij een hele eer is. Maar hij geeft zich natuurlijk niet zomaar gewonnen en nadat ik hem opnieuw heb voorbijgereden voel ik de hete adem constant in mijn nek.
Normaal rij ik de finale kilometers van een marathon op mijn eigen tempo, maar nu is het alle hens aan dek om voorop te blijven. In de beklimmingen kan ik wat afstand nemen, maar de afdalingen en de inhaalmanoevers gaan Willy beter af. Blijkt bovendien nog dat de afstand van 125km niet klopt en de finish maar op zich laat wachten. Met al 130 kilometer op de teller worden we nog enkele korte maar steile hellingen opgestuurd om uiteindelijk via een technische en risico-volle afdaling en een glad bruggetje over de Ourthe de Place de l’Eglise op te rijden. Met mijn tong haast op mijn schoenen maar tevredener dan ooit kan ik voorop blijven en finisch met amper 6 seconden voorsprong. En het geluk kan niet op want blijkbaar is Marc Bulteel door een jammerlijke wegvergissing op het einde niet aangekomen. Resultaat: geheel onverwacht wordt ik eerste master in deze Houffamarathon. Willy Moons wordt 2de en wie komt er als 3 de master over de streep . Inderdaad, beresterke Patje Wouters zorgt voor een compleet droompodium. De wederzijdse felicitaties vliegen om de oren en de witte lachende tanden vormen een schril contrast met de bruine maar tevreden moddergezichten.
Met z’n drieën wachten we op de ceremonie protocolaire, maar daar bleek er een bladzijde uit het organisatorische draaiboek te ontbreken. Oeps, voor een wedstrijd hoor je een podium te hebben. Snel snel worden enkele bankjes tegen elkaar geschoven en met het Houffamarathon-logo gedrappeerd. Teleurstellend voor een wedstrijd op deze heilige grond. Maar we mopperen niet, want ik mag ten minste in het midden van het bankje staan. Ongewassen als een echte trol neem ik echter fier de prijs in ontvangst: De Big Chouffe, een magnumfles van 1,5 liter La Chouffe, het plaatselijke kabouterbier.
De cirkel is rond. De sprookjesfiguren uit het donkere woud keken toe en zagen hoe wij aardlingen ons uitsloofden op hun speelterrein. Ze hebben zich vast en zeker een pinnemuts gelachen maar beloonde de snelste modderduivels met hun eigen toverdrankje. Er liep vandaag het één ander fout en hierover werd intussen al veel gezegd en geschreven. Het éné is gegrond, het andere misschien overdreven. Zoals steeds heeft de klant echter altijd gelijk en de hoofdzaak is dat er lessen worden getrokken voor de toekomst zodat deze prachtige locatie verder decor kan blijven vormen voor de sport waar we zo van houden.
Lang leve de Houffa-Kabouters, Trollen en Bosnimfen.
Pepe
Wedstrijd Info
Afstand: 125 km
Hoogteverschil: 2800 hm