Feels like home

Feels like home

Nadat Reevax in 2007 de Riva-draad weer had opgepakt en de daarbij horende smaak meer dan te pakken, kon ook in dit jaar de start van het marathonseizoen “am Lago” niet ontbreken. De congégoden zijn ons deze keer bovendien extra goed gezind (merci chef), want Kroki en ik krijgen een volle week en 2 weekend’s de kans om in dit noord-Italiaanse mountainbike-paradijs hoogtemeters te verzamelen.
Met een koffer vol bike-stuff en een onhoudbaar verlangen naar trainen in de zon, laten we het miezerige thuisfront voor wat het is en stomen in het holst van de nacht over de Duitse, Oostenrijkse en Italiaanse autostrades om doodmoe, maar wel zonder enige files in Nago het Gardameer te begroeten. Met enkele cappucino’s reanimeren we onszelf en het warme lentezonnetje doet de rest: het Riva-gevoel is terug en we voelen ons direct thuis.

 

Wat vooraf ging

De week voor de wedstrijd is het vooral zaak om mooie en geschikte tochten uit te zoeken zodat we zoveel mogelijk onze conditie kunnen bijschaven zonder het fun-element uit het oog te verliezen. We wisselen dan ook de supersteile bergflanken af met vlakkere kilometers maar amuseren ons kostelijk in dit eindeloze bike-mekka. Vooral voor Kroki is het wat zoeken waar de grenzen van het mogelijke liggen. De afgelopen maanden heeft hij op regelmatige basis wel wat kilometers gemaakt, maar met de koersfiets over vlakke Belgische wegen is nog net iets anders dan de super-steile, technische beklimmingen van de molshopen rond het Garda-meer. Bovendien is de recuperatie nog altijd niet in orde, wat wel eens een harde slag later in de week kan opleveren als de man met de hamer zou passeren. Maar voor de details, over naar Kroki:

Maar optimistisch als we zijn – we zijn uiteindelijk toch mountainbikers – kiezen we voor het eerste offroad toerke de klim naar Passo Rochetta met een goede 1250 hm. Aangegeven met 3 sterrekes voor conditie en rijtechniek, maar 6 voor fun en landschap/vergezichten in de Moser mountainbike-bijbel van het Garda-meer ligt dit precies in het midden van de schaal. Kwestie van eerst eens te testen hoe straf de sterrekes zijn voordat we ons op de toeren met 6 sterren voor rijtechniek en conditie storten.

Het eerste deel van de klim is ronduit schitterend: langs de Ponale-weg naar boven, niet al te steil en met prachtige zichten op het Garda-meer en de omliggende bergen. Bovendien is de weg niet volgepropt met andere bikers zoals enkele dagen later wel het geval zal zijn, en is de berg toch nog een beetje “van ons alleen”. Het hoogteprofiel geeft aan dat we in de 2de helft van de klim 2 korte stukjes van meer dan 20% onder wielen geschoven krijgen. Geen probleem dacht ik, ware het niet dat ik “kort” anders gedefinieerd had. De benen lopen onmiddelijk vol met melkzuur en mijn gehijg zou zeker niet misstaan op de betere Hollandse 06-sexlijnen. Ik snap direct waar de 6 sterren voor “fun” vandaan komen. Maar we zijn eraan begonnen, dus doen we verder, na enkele tussenstops wel te verstaan ;-)
De klim gaat verder, dus wij ook. We hebben 3/4de achter de rug en met nog 3,5 km voor de boeg verandert de brede gravelweg in een bergpad. Vanaf nu moeten ook de rijtechniek-sterrekes aangesproken worden, want de klim bestaat uit wortels, kleine en grote rotsblokken met trappen tot 30 cm en veel losse gravel tussenin. De eerste 200-300 meter zijn een verplicht voetnummer, maar dan denken we toch terug op de bike te kunnen springen. Hier kom ik duidelijk kracht te kort: de helling op zich is niet te steil, maar ik heb niet de kracht om over de trapkes te geraken. Iedere keer weer slipt het achterwiel door bij het aanzetten ofwel blijft het steken achter een wortel of rotsblok. Maar ik blijf proberen, kwestie van willen en niet kunnen, met het gevolg dat ik een keer of 5 op mijn doos ga en van dichtbij mag bewonderen hoe scherp de stenen hier zijn. Gelukkig heb ik de laatste jaren een beschermende speklaagje gekweekt, dus alles zonder veel erg. Mijn Orbea Alma heeft dat speklaagje echter niet en bij de laatste val werd de derailleurpat en derailleur dan ook vakkundig in het achterwiel geplooid. Vanaf nu ben ik mijn kleinste verzet helemaal kwijt, en dus gaat er niks meer.Of beter: rijdt er niks meer, gaan nog wel ;-)
uiteindelijk geraken we dan toch boven, rap een fotoke voor het archief en efkes onder de indruk geraken van de landschappen, om direct de afdaling over een gelijkaardig bergpadje aan te pakken. Dit gaat – sorry rijdt – veel beter, ware het niet dat het pad op en neer blijft gaan. Ondertussen gaat mijn toestand van “al-dente” richting “platgekookt”. Pepe vindt op de wegwijzer nog een mooier alternatief voor de afdaling, maar wel met 100 hoogtemeters extra. Geeeeen probleem, maar wel jammer dat we de beloofde technische afdaling moesten wisselen voor een oer-saaie gravel afdaling. Jammer.

Terug beneden aan het eerste het beste terras staan er een kleine 50 km met 1500 hoogtemeters op de teller, waarbij ik tot de conclusie kom dat dit voor mij nog teveel is. Voor de volgende dagen kiezen we dan ook iets minder zware toeren uit, er wel op lettend om er geregeld een leuke technische afdaling EN een terras in te steken ;-)
Op donderdag komt fietskameraad Bert de Belgische delegatie versterken. Met ons drietal maken we er op de dag voor de wedstrijd een mooie 60km en 1000 hoogtemeter lange mountainbike-tocht van. Voor Pepe niet ideaal als voorbereiding op de marathon, maar soms is de goesting om te rijden sterker dan het gezond verstand. We zien wel.

Kroki

 

Zaterdag, marathondag:

Vorig jaar ontstond kort na de start een gigantische file waardoor heel wat deelnemers tot grote ergernis een hele tijd stil stonden. De organisatie wou deze keer dan ook geen enkel risico lopen en splitste het startveld op in drie blokken telkens met een verschillend startuur. Daarnaast zorgden ze voor een compleet nieuw parcours voor de Ronda Piccola, het eerste gedeelte van de wedstrijd.

De lucht is blauw en de weersvoorspelling positief. Het belooft vandaag dus een schitterende wedstrijddag te worden. Ik mag al om 7u30 starten in het eerste startblok, en moet dus reeds om 5u uit ‘mijne nest’. Mijn twee kompanen draaien zich op dat moment nog eens lekker om en hun nochthans slapende gezicht vertoont trekjes van leedvermaak. Gelukkig is het niet al te koud en valt het wachten nogal mee. Naast me in de startbox staan onze Nederlandse vrienden Jean Biermans en nationaal marathon-kampioen Dion Gillissen. Een stuk voor me herken ik ook nog Belgisch kampioen marathon Patrick Meerschaert.

Na een brede aanloopstrook van 5 kilometer over het asfalt richting Arco, kan het echte werk beginnen. Een supersteile beklimming richting Tenno zet de spieren al direkt in vuur en vlam. Het hele startveld wordt hierbij op minder dan een kilometer volledig uit elkaar geranseld. We zijn dan ook vertrokken voor een beklimming van 1500 hoogtemeters aan één stuk. Intussen heb ik gelukkig mijn eigen tempo gevonden, houd de ademhaling nauwlettend onder kontrole en tracht geconcentreerd meter voor meter de steile helling op te kruipen. Niet simpel want naast me rijdt een kerel wiens schijfremmen doen denken aan een hespsnijmachine bij de slager, maar dan ééntje wat al in geen jaren meer gesmeerd werd: schuren en piepen dat het een lieve lust is. “Nagelneues Bike”, verontschuldigt de zuid-Duitser zich duidelijk gegeneerd, “aber die alte Kiste war besser”.

De ondergrond is goed berijdbaar en bestaat naast asfalt, deels uit kiezel en plaveien. San Giovanni op een hoogte van 1145m is de naam van het hoogste punt van de eerste beklimming en deze plek hadden we eerder deze week al eens aangedaan. Doornat bezweet storten we ons na 23km en 1u20min wedstrijd in een bangelijke afdaling richting Laghel. Een haalbare, maar toch uitdagende off-road sectie zoals ik ze graag heb. De organisatie heeft met deze parcourswijziging voor een echte opwaardering van de Ronda Piccola gezorgd. Beneden wachten Kroki en Bert me, perfect volgens afspraak, op met twee verse bidons zodat ik gewapend het volgende deel van de marathon kan aanvatten.

Dit middenstuk met een lengte van 33km ken ik bijna als mijn broekzak en een groot deel hiervan hebben we gisteren trouwens nog gereden. Geen verrassingen dus, maar de loodzware Piccola heeft duidelijk zijn sporen nagelaten. Op de klim vanuit Pietramurata, na 52km voel ik me immers minder fris als vorig jaar op ditzelfde punt. Kerstin Brachtendorf, een taaie tante van het Fiat-Rotwild-team en waarmee ik reeds sinds de eerste afdaling haasje over speel, rijdt me hier bovendien los uit het wiel. Een opsteker voor haar, een veeg teken voor mij.

In Drena, net voor het ingaan van de Ronda Extrema zijn Bert en Ernie, sorry Bert en Kroki, opnieuw van de partij. Verse benen kunnen ze me helaas niet bezorgen, dus zal ik het maar verder met mijn pijnlijke ledematen moeten doen. Een eindeloos lang lijkende en vooral voelende 10km lange klim naar Santa Barbara vormt de te kraken noot van dit derde gedeelte van deze wedstrijd. Velen zijn intussen al lang binnengereden en hielden het na de kleine of middelste ronde voor genoeg. Ook bij mij is intussen het beste eraf en van frisheid is geen sprake meer. Hierdoor moet ik bovendien enkele plaatsjes prijsgeven daar waar ik normaal posities goedmaak. Zou de rit van gisteren dan toch niet zo’n goed idee geweest zijn? Geen excuus, het was mijn eigen keuze en misschien kan de Heilige Barbara me nog wat assisteren. Intussen heeft mijn vrouwelijke Duitse collega van daarstraks klaarblijkelijk “L’uomo a martello” tegengekomen en smelt haar voorsprong als sneeuw voor de zon. Hoe dan ook, petje af voor deze leeuwinnen van het marathon-circuit.

Na 86 kilometer wedstrijd zit het lastige klimwerk er eindelijk op en moet ik alleen nog heelhuids beneden zien te geraken. Niet vanzelfsprekend als de vermoeidheid de concentratie aanvreet en de bewuste afdaling bovendien in mijn carière een pijnlijke reputatie heeft. Ik beperk dan ook zoveel mogelijk de risico’s zodat ik veilig Bolognano bereik. Van hieruit is het alleen nog een 7 kilometer lange tijdrit recht naar Riva, weliswaar met de bekende Riva-surfwind pal op de neus.

Na 5u40min klok ik mijn eerste marathon van het seizoen af. 107 kilometer en 3580 hoogtemeters zitten erop. Twintig minuten langer dan vorige editie, hoewel het parcours niet helemaal gelijk was. Al bij al ben ik tevreden met het resultaat. De Riva-marathon is en blijft een klassieker, maar heeft me dit jaar door het vernieuwde eerste parcoursgedeelte, positief verrast.Weliswaar geen podium, maar geen nood. We vinden wel een andere reden om bij de befaamde Gelatteria Flora langs te gaan voor een welverdiend ‘coupeke’. Salute !

Pepe


Wedstrijd Info

Afstand: 107 km

Hoogteverschil: 3580 hm


Uitslag

  Masters  
1 Fliri Valentin 05:05.57
11 Pealinck Peter 05:39.08

volledige uitslag