Alpe d’Huez in Spessart

Alpe d’Huez in Spessart

Na de moeizame wedstrijd in Willingen en het verplichte forfait voor één van België’s mooiste marathons in Malmedy, zal de internationale Spessart marathon moeten uitwijzen of mijn lichaam intussen voldoende hersteld is. De vermoeidheid van de Transportugal zou intussen verdwenen moeten zijn. Heel anders is het echter gesteld met de adductoren-blessure. De pijn aan de achterzijde van de rechter liesstreek ebte de voorbije week weliswaar langzaam weg, maar helemaal verdwenen was ze niet. Het is dus bang afwachten.

Oh ja, nog even meegeven: in het tussenklassement na de wedstrijden in Riva en Willingen sta ik op een 4 de plaats in de masters-categorie. De lijdensweg in Willingen heeft dan toch zijn doel niet gemist.

Op zaterdag staat naar gewoonte een parcoursverkenning op het programma. Samen met Kroki en Marv checken we enkele sleutel-beklimmingen en stellen vast dat ondanks een druilerige voormiddag het parcours in Frammersbach niet door de regen aangetast lijkt. De bandenkeuze is dan ook snel gemaakt, want voor de wedstrijddag wordt droog en zonnig weer voorspeld. Hoewel misschien nog wat te vroeg voor wedstrijden, toch lijkt Kroki de pedalen week na week vlotter rond te krijgen. Ook Marv toont tijdens de verkenning meermaals zijn wilskracht en schijnt te genieten van het afzien. Voel ik hier een marathon-virus de kop opsteken ? Beware, because no cure found yet !

De Spessart-Bike-Marathon is er eentje van de UCI C1-klasse waardoor er ook UCI-punten kunnen verdiend worden. Het trekt vliegen aan als siroop en er staat dan ook heel wat ‘schoon’ volk aan de start. Het bijvoegelijke naamwoord dient in dit verband weliswaar rekbaar geïnterpreteerd te worden. Topfavoriet is natuurlijk Hannes Genze: winnaar van de laatste 3 edities en wereldkampioen bij de studenten. Andere titelkandidaten zijn 2-voudig winnaar Karl Platt en zijn teamcollega Stefan Sahm. Ook de smalle Zwitser Sandro Späth wil niet met lege handen naar huis gaan.

Het Belgische kamp is dit jaar eerder beperkt. Meestal zijn we met enkele tientallen deelnemers goed vertegenwoordigd, maar misschien heeft het modderfestijn van de vorige editie heel wat landgenoten afgeschrikt zodat deze keer slechts een zestal Belgen aan de start staan. Onze nationale hoop gaat vooral uit naar de youngsters Kevin Van Hoovels en Sam Baeten die in de voorste gelederen verwacht worden.

Circa 300 renners tekenen voor de langste afstand van 120km. We moeten hierbij 2 maal dezelfde ronde en 3300 hoogtemeter volbrengen. De sfeer in Frammersbach is telkens weer adembenemend. We starten midden in het van publiek zwangere centrum. Vlaggetjes, toeters, ratels en vooral heel veel geschreeuw stuwen ons vlak na het startschot richting eerste beklimming. De aanloop op het asfalt is weliswaar bergop, maar loopt gelukkig niet al te steil. De beentjes krijgen dus min of meer de tijd om zich aan de hoogspanning aan te passen. Al snel duiken we het bos in en ruilen we het tarmac in voor vastgereden boskiezel. Zoals verwacht gaat de kopgroep met de pro’s er al onmiddellijk van door. Zij dulden immers weinig of geen amateurs in hun buurt. Intussen heb ik Marv en Kroki al aan de rand van het parcours gespot. Een grappig zicht: de ene met een onopvallende minicamera ter grootte van een sigarettenpakje. De andere met een vlijmscherpe bazooka van een fotokanon. De resultaten zijn immens verschillend, maar in verhouding even spectaculair.

Dank zij de gedeeltelijke parcoursverkenning van gisteren zijn een aantal stroken intussen bekend terrein en weet ik vooral in de afdalingen wat me te wachten staat. Hoewel droog is de ondergrond van sommige stroken weerspannig, zogenaamde kaboutertjesgrond: het ‘bolt’ voor geen meter. Na ca. 20 kilometer staat Kroki met de eerste bidon te wachten. Shit, denk ik bij mezelf, ik tot nu toe door de wedstrijddrukte amper één slok van mijn huidige drinkbus gedronken. Ik bedank dan ook vriendelijk voor een nodeloze bidonwissel. Blijkt achteraf dat mijn arme teammaat speciaal een berg is overgereden om het bevoorradingspunt te bereiken.

Het orgelpunt en uithangbord van deze marathon is ongetwijfeld de beklimming van de Grabig. Daags te voren had Marv deze muur nog smalend “Grappig” genoemd want het smalle baantje doet telkens weer enorm pijn. Het is bijna onmogelijk, maar toch tracht ik de sfeer even te beschrijven: Na ongeveer 51 kilometer en heel wat hoogtemeters zijn de beentjes al aardig “naar de knoppen”. Een vlot dalende asfaltstrook richting dorpscentrum geeft dan ook een volledig verkeerd beeld van wat je luttele seconden later te wachten staat. In de verte hoor je al het rumoer van de toegestroomde horde toeschouwers. Een scherpe 130°-bocht naar rechts en de hel breekt plots in alle hevigheid los. Wie niet is voorbereid en nu nog moet schakelen staat onvermijdelijk ‘sur place’ genageld. Vlak voor je opeens een muur van meer dan 20%, van beneden tot boven afgeboord door uitzinnig joelende mensen. Recht op de trappers en geven wat erin zit is het antwoord van elke coureur die door honderden laaiend enthousiaste supporters letterlijk naar boven wordt geschreeuwd. De speaker dweept het publiek nog extra op en verwelkomt op zijn beurt elke deelnemer. Dank zij het van je voornaam voorziene nummerbordje, moedigen ook de omstaanders elke klimmer persoonlijk aan. Mijn hartslag en de adrenaline schieten als een komeet de hoogte in terwijl ik me door de smalle corridor naar boven wurm. De mensenmassa opent zich net vóór me en verplaatst zich als een ‘wave’ met elke atleet naar boven: een onvervalst Alpe d’Huez-effect. De situatie is haast onbeschrijflijk en bulkt van de meest uiteenlopende gevoelens: hevige pijn, trots, uitputting, wilskracht, energie, doorzetting. Het hele mengsel tegelijk aanwezig. Boven me een spandoek met het opschrift “5900m zum Eichenberggipfel”. Zolang zal immers de totale beklimming duren. Als na enkele honderden meters de concentratie van pijnstillende supporters afneemt, stijgt omgekeerd evenredig het melkzuurgehalte in de spieren. Noodgedwongen gaan zitten, eigen tempo zoeken en alle wijzertjes weer uit het rode bereik laten zakken is de enige remedie om even later niet steendood in de kant te vallen.
En ja hoor, straks doen we dit alles na 112 kilometer nog eens over.

Tijdens de tweede ronde kan ik Katrin Schwing, leider bij de dames, nog inhalen. Omdat deze Duitse marathonkampioene ook in vele andere marathons aan de start verschijnt, is ze voor mij een goede waardemeter. Het blijkt dus niet slecht te lopen. De blessure houdt het ook goed, alhoewel ik ze nog steeds voel. Onder een stralende hemel en na 5u35min zit de marathon erop. Gelukkig deze keer wel met een goed gevoel.

Winnaar van deze editie wordt de Zwitser Sandro Späth, vóór Karl Platt en Martin Kraler. De Belgen deden het schitterend met Kevin Van Hoovels op plaats 8 en Sam Baeten op een 11 de stek. Ikzelf eindig bij de licentiehouders op een 3 de plaats in de senioren-2-categorie. De Organisatie beslist echter om licentiehouders niet in categoriën te waarderen maar alleen een globale heren-uitslag te maken. Ik wordt dus officieel 28ste . Ondanks een 3de plaats is er voor mij dus helaas geen podium. Kroki stond al te likkebaarden voor de beloofde ijskreem en Marv zat met zijn fototoestel in aanslag. Helaas, geen podium dus. Hoe dan ook, het was een goede wedstrijd en iedereen heeft toch een dessertje verdiend. Laat de gelatti dus maar komen. Schol !

Pepe


Wedstrijd Info

Afstand: 120 km

Hoogteverschil: 3300 hm


Uitslag

  120 km Seniors 2  
1 Sandro Späth 04:35:14
28 Paelinck Peter 05:35:26

volledige uitslag