De Sjemijn

De Sjemijn

“Hoe? Hedde gijlie de Sjemijn nog nie gedaan ?”
“Watte? Nog nooit in de Sjemijn geweest?”
”Hè, gijlie kent de Sjemijn nie, hoe is da mogelijk?”
“De Sjemijn, da moet ge toch echt eens doen!“

Sjemijn hier, Sjemijn daar, Sjemijn overal. De voorbije jaren hebben ze bijna onophoudelijk de oren van mijne kop gezaagd over “de Sjemijn, de Sjemijn, de Sjemijn” en vooraleer ik in één of andere zelfhulpgroep voor gefrustreerde alle-terreinfietsers terecht kom of in een onbewaakt moment iemand voor vuile Sjemijn uitkaffer, heeft Reevax besloten zo snel mogelijk van dat gezaag vanaf te geraken en ons in te schrijven voor dit schijnbaar legendarische en vooral niet te missen evenement. Zeker nu ook Pat en Zoef het Reevax-gedachtengoed helpen uitdragen was de stap naar de Franse Alpen vlug gezet. Hun sympathie, hun liefde, hun bewondering, hun passie, hun adoratie, hun verafgoddelijking van ‘La douce France’ is trouwens meer dan opmerkelijk en het kan dan ook niet anders of ze moeten ergens geheime connecties met de Franse dienst voor toerisme hebben: “Vive la république !”.

Terwijl de normale, hard werkende medemens al reikhalzend uitkijkt naar een spannend weekendje geraniums verpotten, mega-bangelijk buitenschrijnwerk sappen of een adrenaline-boost tijdens een gezapige barbecue met de schoonfamilie, zet de RVX-Enterprise en zijn volledige bemanning voor anderhalve lichtdag koers naar het zuiden, voor wat vermoedelijk de meest geconcentreerde ‘battle’ van het jaar zal worden: “Les Chemins du Soleil” ofte “De Paden van de Zon”.

Op iets minder dan duizend kilometer van onze thuisbasis verwelkomt de vallei van de Drôme ons met idillische natuurstenen huisjes en hun door de zon afgeschenen rode dakpannen, kristalhelder snelstromend bergwater, steile bergflanken met vervaarlijk ogende rotsformaties en nog steeds besneeuwde toppen. En met ook de zon op de afspraak hebben we alle ingrediënten die het hartje van een mountainbiker sneller kunnen doen slaan. Weg stress! Dag dagelijkse sleur en salut koud en kil weer. Vooral Pat en Zoef voelen zich hier thuis en als twee vissen in het water: allebei fleuren ze op net zoals een verwaarloosde kamerplant die je zopas na een lange vakantie verse potgrond en een flinke gieter water hebt gegeven. Ook Kroki is na een hektische week op het werk aan een verzetje toe en ook fotograaf MarV bruist nog voor het vertrek van goesting in alweer een nieuw Reevax-avontuur.

Misschien even wat uitleg over de wedstrijd zelf, want dit wordt verre van het gebruikelijke weekendje ‘om-het-snelst-rondhossen-door-de-bossen’. De komende 48 uren zullen immers extreem veel vergen van zowel de renners, de begeleiders als het materiaal. Ik ben dan wel voor de Sjemijn ingeschreven, maar hoe de vork echt in de steel zit is ook voor mij nog tot op het laatste moment een groot vraagteken en organisatorisch heb ik alles aan ons eigen Frans promotieteam overgelaten.

Het evenement bestaat uit 2 formules:
Enerzijds heb je de “Raid Rando”, een driedaagse individuele avonturentocht zonder wedstrijdelement over een totaalafstand van ca. 200km en 9000 hoogtemeters. Als je weet dat een stevige marathonwedstrijd ca. 3000 hoogtemeter op 100km telt, dan bessef je onmiddellijk wat deze deelnemers te verduren zullen krijgen.

De “Raid Course Elite” waar Pat en ik zullen aan deelnemen is een wedstrijd in duo, bestaande uit een etappe van 60km op zaterdag, een nachtetappe van 40km op zaterdagnacht en een etappe van 75km op zondagmorgen. We zullen dus in totaal ongeveer 16 uur op de fiets zitten en in amper 28 uur tijd.

Vooral de nachtelijke rit in dit onherbergzame gebied baart me wel wat zorgen en Pat’s ervaring van de voorbije jaren leert dat een verkenning geen overbodige luxe is. De dag voor de wedstrijd trekken we dan ook met de hele éuipe vanuit Lus-la-Croix-Haute de bergen in. Het pas op het laatste moment vrijgegeven parcours hadden we gisteren-avond in een locaal cafe nog snel van het internet geplukt en in Marv’s GPS-toestel geladen zodat we tot op de meter precies het te volgen traject kunnen vinden. De zon zit wat verstopt achter hoge wolkenslierten en er is geen zuchtje wind. De warmte is drukkend en valt als een beklemmend deken over je heen. Bij de minste inspanning zetten de zweetporiën zich helemaal open en snakt je lijf naar zuurstof. We moeten duidelijk nog wat wennen aan het warme weer.

Wanneer we tegen de avond terugkeren van onze verkenning in Lus-la-Croix-Haute, zijn de deelnemers van de ‘Raid Rando’ volop aan het binnenkomen. De verhalen van de vele Belgen spreken boekdelen: “Dit was er echt wel over!”. “Er zijn vandaag veel lijken gevallen.” “Al na 13km zwaar gevallen.” “Heel wat mensen uit de koers genomen”. De hoogtemeters, de afstand maar vooral de drukkende hitte hebben duidelijk hun tol geeist en het moet blijkbaar bijzonder zwaar zijn geweest. Dat belooft alvast voor morgen.
Rest ons alleen nog om alles klaar te leggen voor onze eerste rit en tijdig schaapjes beginnen te tellen.

Zaterdagmorgen 8u15
Etappe 1 van Luc-en-Diois naar Lus-la-Croix-Haute (60 km – 2800 hm)

Chasse patatte

Tijdens de briefing blijkt dat de verplichte uitrusting met warme kleren en een fluo-vestje voor de eerste rit beperkt wordt tot enkel een EHBO-set en een windstopper. De Camelback kan dus meteen wat verlicht worden maar blijft onmisbaar wegens de onzekerheid of onze assistentieploeg bestaande uit Zoef, MarV en Kroki, wel kan en mag bevoorraden. Met dit warme weer nemen we maar beter geen risico’s en liever een extra gevulde kameel mee, dan straks uitgemergeld de strijd te moeten staken. Wat me nog steeds niet duidelijk is, is hoe de bepijling van het parcours in elkaar zit. Volgens de ene staan er voldoende pijltjes, maar de organisatie verplicht de teams toch om een set kaarten mee te nemen. Misschien is dit enkel een vorm van indekken, maar voor hetzelfde geld is het absoluut onmisbaar. De twijfel wordt nog versterkt wanneer we zien dat heel wat deelnemers een vervaarlijk uitziende kaartenhouder op hun stuur gemonteerd hebben. Allerhande aluminium constructies met beugeltjes, latjes, schroefjes en plexi moeten hen toelaten om onderweg de juiste weg te vinden. Ik mag er niet aan denken wat er zou kunnen gebeuren als je met zo’n kaartenetalage op je snuffel gaat. Anderen beschikken dan weer over een compact GPS-toestel wat me alleen al voor de veiligheid stukken beter lijkt. Geen van beide systemen zien we zitten, en volgens Pat lukt het met wat opletten ook zonder al die aarderijkskunde-hulpmiddelen en dus gaat team Reevax op de klassieke manier van start.

De eerste klim van de dag staat al na minder dan 2 kilometer op het menu en alles, behalve mijn fiets kraakt. Het mag dan wel warm zijn, maar de parafine in mijn diesel is nog verre van vloeibaar. Ik weet niet of het is om de pijn enigszins te verzachten of eerder een vorm van leedvermaak, maar langs de rand van de beklimming heeft een goede ziel postgevat en speelt op zijn accordeon een opgewekt deuntje. Moest ik nu op een mooi terrasje hebben gezeten met een fris drankje, ik zou er kunnen van genieten, maar nu…? Eigenlijk toch ook een beetje, want dat is nu eenmaal de essentie van onze geliefkoosde sport: de kunst van het genieten tijdens het afzien. We willen meer.

Pat is de nieuze Orbea Oiz duidelijk al goed gewoon en in de afdalingen moet ik het met mijn Alma hardtail steevast afleggen tegen zijn volgeveerde tuig. Zelfs met alle zeilen bijgezet verdwijnt hij snel uit het zicht. Gelukkig volgt na elke afdaling weer een beklimming zodat het team opnieuw herrenigd kan worden. Na ongeveer 16 kilometer verdwijnt mijn teammakker echter opnieuw tijdens een snelle afdaling uit mijn gezichtsveld. Ik tracht hem weer in te halen, maar als we even later een super technische single-trail induiken, is er van inhalen geen sprake meer. Het amper 50 cm brede paadje wat we nu onder de wielen geschoven krijgen is letterlijk ban-ge-lijk. Het lijkt wel of ze dwars over een steile bergflank met een slijpschijf een lijntje hebben getrokken. Aan mijn linkerkant een stuiks oplopende berghelling met wat struiken en aan de rechterkant een zodanig steile afgrond dat alleen de schaars aanwezig vegetatie je bij een stuurfout kan redden. Ik kan hier nu wel wat stoere zinnen gaan neerschrijven over hoe ik zonder verpinken met een weerzinwekkende snelheid over de trail zweefde, maar als ik eerlijk ben moet ik toegeven dat ik met knikkende knieën en in opperste concentratie letterlijk op het rechte pad tracht te blijven. Ontsporen is geen optie en als een goeie machinist tracht ik mijn persoonlijk treintje op de rails te houden. Wie hier roekeloos of onvoorzichtig is, krijgt de pijnlijke rekening cash gepresenteerd en kan maar best hopen dat hij op de valreep nog een reddingsparachute kan trekken of tenminste goede maatjes is met zijn engelbewaarder. Zoals te verwachten heb ik binnen de kortste keren de hete adem van enkele snellere deelnemers in mijn nek en deze extra stress kan ik missen als kiespijn. Om in het decor te springen is er deze keer geen plaats dus kan ik ze pas bij de eerstvolgende bocht voorbij laten. Inderdaad, die smeerlappen hebben hier bovendien nog van die onmogelijke, vlijmscherpe haarspeldbochten ingelegd waarbij je eigenlijk het liefst van al met een vingerknip van je voorwiel een achterwiel zou willen maken en omgekeerd. Eens je op een dergelijke trail aan het sukkelen slaat, komt het niet meer in de sjakosj en mag je een goede score voor stijl ook vergeten. Het is zo’n beetje als mayonaise maken: één verkeerde handeling en de boel schift als de pest en het is niet meer goed te krijgen. Gelukkig eet ik liever pickels.

Net voor het einde van de eerste technische beproeving hebben een aantal toeschouwers post gevat en maken me attent op het volgende checkpoint. Hier moet elk team zijn chip ter controle in een toestelletje steken. Voor Reevax draagt Pat deze chip bij zich, maar hij is helaas uit het zicht verdwenen. In de hoop hem snel weer in te halen rij ik verder tot helemaal onderaan de afdaling waar ik hoop dat hij me staat op te wachten. Maar eens op het asfalt nog steeds geen teammakker te zien en ik begin stilaan te vrezen voor een herhaling van het scenario van Polen vorig jaar waarbij Pat na mijn lekke band doorreed met de bedoeling tijd te winnen en in de overtuiging dat ik hem toch terug zou kunnen inhalen. Mijlen ver van de Reevax-interpretatie van teamwork, maar teams moeten nu eenmaal aan elkaar gewoon worden.

De ontstane achterstand in één ruk proberen goed te maken durf ik niet aan, wetende welke zware kluif we nog voor de boeg hebben. Ik besluit dan maar een stevig tempo te rijden, maar zeker niet te forceren. Steeds bestoken toeschouwers en deelnemers me met de vraag: “Tu es seul, toi ?”, en telkens weer moet ik met schaamrood op de wangen vertellen dat mijne “coéquipier déjà parti” is. Met elke vraag neemt de ontgoocheling meer en meer toe. Hoe is het in godsnaam mogelijk dat mijn teammakker niet op me wacht? Hij draagt bovendien de helft van de verplichte uitrusting bij zich. Alleen hij heeft immers een GSM en multitool op zak. Dat wil zeggen als ik kettingbreuk lijdt of iets ernstigs aan de hand krijg, ik me niet kan behelpen.

Intussen ben ik al meer dan een uur verweesde solorijder en in een bikkelharde duowedstrijd. Ik voel me als Oliver zonder Hardy, Gaston zonder Leo, Peppi zonder Kokki.

Peter Koelewijn’s “Pappie loop toch niet zo snel” spookt constant door mijn hoofd en ik tracht een manier te verzinnen om straks mijn ontgoocheling en ongenoegen beleefd maar duidelijk te formuleren. Doeme toch: “Patje rij toch niet zo snel…”. De zin om te koersen smelt als sneeuw voor de zon. Waar ik altijd apetrots was op de manier waarop Reevax als team de avonturen aanpakte, ben ik vandaag diep ontgoocheld.

Bij het volgende checkpoint weer hetzelfde vlijmscherpe mes tussen de reeds gefileerde ribben bij de pijnlijke vraag of ik “tout seul” ben. Volgens de vrouwelijke ‘controleuze’ – of hoet heet zo’n official eigenlijk – is het andere nummer 20 reeds 2 minuten eerder gepasseerd. Ik heb dus nog een hele weg te gaan en de moed zinkt me steeds dieper in de Shimano-schoenen. Gelukkig is er nog mijn eeuwig trouwe Orbea waarmee ik samen het landschap tracht te bedwingen en de ontgoocheling probeer weg te fietsen. Ik mag bovendien niet vergeten te eten en te drinken want het schitterende parcours is onverbiddelijk.
Eén van de volgende singletrail-paden roept een ongeduldige deelnemer achter me”Attention, élite !” wanneer het naar zijn goesting niet snel genoeg gaat. Hij denkt waarschijnlijk dat de rijder voor hem niet aan de wedstrijd maar aan de rando deelneemt. “Moi ausi élite, zulle !”, snauw ik het opgefokte koerskonijn geïrriteerd terug en steek uit frustratie twee tandjes bij.

Ondertussen zijn we bijna twee en half uur in de wedstrijd en hos ik nog steeds door het betoverende Franse paradijs. Genieten is er echter niet bij want nog maar eens hetzelfde scenario bij het controlepunt. Een ijverige toeschouwer heeft de nummers van de gepasseerde teams genoteerd en hij beweert tot mijn grote verbazing bij hoog en laag dat er tot nog toe geen nummer 20 zich gemeld heeft. Hoe kan dat nu ? Daarstraks nog 2 minuten voorsprong en nu nog niet aangekomen? Allerhande scenario’s stormen plots door mijn hoofd. Vliegensvlug ga ik de diverse mogelijkheden af: Zou Pat toch niet zijn doorgereden ? Wat als hij niet vóór, maar achter mij rijdt? Heeft hij een technische panne gehad ? Is hij misschien gevallen ?
Er zit maar één ding op en dat is ter plekke wachten en hopen dat die Franse toeschouwer gelijk heeft en heel binnenkort een fel oranje helmpje opduikt. Minuten lijken wel uren maar dan komt plots een diep over zijn stuur gebogen Pat aangereden. Nog nooit was ik zo blij dat ik tijdens een wedstrijd 5 minuten heb stilgestaan. Eindelijk is Reevax weer als team in de wedstrijd. Pat is blijkbaar net vóór de eerste singletrail, meer dan een uur en twintig minuten geleden, buiten mijn gezichtsveld samen met een groepje te ver gereden en op die manier ben ik vóór hem terecht gekomen. Wanneer ze hun fout vaststellen moeten ze terugkeren en bij de eerste controle beseft Pat dat ik waarschijnlijk denk dat hij vóór me rijdt. Via de GSM roept hij ons assistentie-team ter hulp in een poging om mij tegen te houden, maar zij zitten helaas te ver om iets te ondernemen. Het stressniveau bij ons begeleidingsteam is dan ook tot ongekende hoogten gestegen en groot is dan ook de opluchting wanneer Pat en ik voor de eerste bevoorrading samen verschijnen.

In de poging om het gat te dichten heeft teammakker Pat heel wat brandstof verbruikt en die inspanning moet hij verder in de rit helaas bekopen. We trachten het dan ook verstandig aan te pakken met het oog op de volgende etappes. Wat belangrijker is is het feit dat het team op zich door dit voorval hechter geworden is en dat we kunnen leren uit onze fouten. Je bent blijkbaar nooit te oud om te leren. Het tweede gedeelte van de etappe blijven Pat en ik dan ook broederlijk bij elkaar en kunnen de rit van vandaag uiteindelijk nog met een behoorlijk resultaat beeindigen.

De organisatie is ons trouwens gunstig gezind, want ondanks het individueel passeren van meerdere controlepunten worden we niet gediscwalificeerd.

Zoef’s heerlijke pasta smaakt verrukkelijk en terwijl wij, ondanks de warmte trachten zoveel mogelijk te slapen prepareren Kroki, MarV en Zoef alles voor de nachtelijke rit van straks.

Zaterdagavond 21u30
Etappe 2 van Lus-la-Croix-Haute naar Lus-la-Croix-Haute

Een intense sensatie

Voor het eerst in mijn carriere sta ik op dit late uur aan de start van een mountainbikewedstrijd. Een dubbel gevoel spookt door mijn hoofd: nieuwsgierig voor wat komen gaat maar vooral bezorgd of dit wel verantwoord is. Grenzen verleggen is één zaak, maar je grenzen kennen en respecteren misschien wel belangrijker. Ik vertrouw maar op het verantwoordelijkheidsgevoel van mijn teammaat, die dit maffe gedoe al eerder meemaakte. Het aanwezige publiek doet mij denken aan circusbezoekers die aan de ene kant respect hebben voor de leeuwentemmer, maar tegelijkertijd denken dat die kerel wel goed gek is om zich aan een dergelijk gevaar bloot te stellen. Waar ik alvast wel het grootste vertrouwen in heb is onze high-tech lichtinstallatie van Aye-Up. Getest en goed bevonden tijdens de 6 uur van Halle gaat Reevax ook nu weer van start met het neusje van de zalm op verlichtingsgebied. Kroki monteerde deze namiddag vakkundig twee super-compacte high-power-led-lampjes op de helm, en twee op het stuur, elk met een verzekerde accu-autonomie van 6 uur en een zee van wit licht.

De temperatuur is aangenaam zodat zelfs arm- of beenstukken niet nodig zijn. Wel worden we verzocht om een fluo-vestje aan te trekken, zodat ze de deelnemers makkelijker op de bodem van de ravijn kunnen zien liggen en niet eerst 3 dagen hoeven te zoeken alvorens een lijk te kunnen bergen. Net vóór de nacht valt, verdwijnt het fonkelende deelnemersveld onder grote publieke belangstelling en massaal applaus richting het donkere en onbekende bos.
De eerste kilometer zijn een makkie want het gaat bergop over brede, goed berijdbare wegen zonder technische hindernissen. Het startveld rekt zich uit, maar er blijven nog steeds groepjes bestaan die van elkaars licht trachten te profiteren. Wat bij het wegwielrennen ‘wieltjeszuigers’ noemt, zou men hier ‘lichtdieven’ kunnen heten. Dit is maar tijdelijk, want als we na ongeveer één uur wedstrijd de top van de eerste berg op 1690 m bereiken begint het echte werk en duiken we de eerste technische singletrail in. Opperste concentratie ten spijt moeten we duidelijk nog wennen, want al bij de 3 de bocht maakt Pat een ‘sortie’. Gelukkig zonder veel erg. Ook ik wil niet onderdoen en ga 2 bochten verder onschuldig het decor in. Dat belooft. Een gewaarschuwd team is er vier waard en we doen ons uiterste best om snel maar bij voorkeur ongeschoden de rit af te werken. Ondanks de spanning en de wedstrijdstress heeft deze etappe iets zeer speciaals, iets onwezenlijks, iets magisch. Terwijl de natuur slaapt bewegen wij ons met onze fiets door een zwart decor. Alles is stil, kalm en vredig. Ik hoor mijn hart bonzen in mijn keel. Het bloed raast door de aders en de adrenaline stroomt hoorbaar door mijn hoofd. De nacht dempt alle geluiden en in plaats van oog te hebben voor panorama’s en omgeving, wordt onze volledige aandacht gefocust op slechts 2 lichtvlekken van amper enkele vierkante meter. Concentreren wordt bij gebrek aan afleiding plots een niet aan te ontkomen evidentie. Het licht van onze Aye-Up-lampjes zuigt onze aandacht als een magneet naar de voor de wielen opduikende obstakels. In deze nachtelijke beproeving vervaagt ook de kleurwaarneming zodat voornamelijk licht-donker verschillen overblijven. Het donkere gebladerte en het dichte gras vormt een schril contrast met de witte kalksteen op de paadjes of de lichtgekleurde brokken rots die we overal tegenkomen. Het lijkt wel of de wegeltjes zelf licht geven. In de heldere stralenbundel van onze verlichting zweven miljoenen minuskule partikeltjes rond waarvan ik aanvankelijk de herkomst niet kan toewijzen. Naarmate de wedstrijd vordert kom ik tot het bessef dat het hier gaat om fijn kalkstof, opgeworpen door onze aanwezigheid.

In de koelere temperatuur voelt Pat zich duidelijk beter in zijn sas en ondanks de uitputtingsslag van vanochtend is hij wonderwel gerecupereerd. Ik vertrouw zoveel mogelijk op zijn lijnkeuze en we roepen waar nodig om mekaar deze keer niet uit het oog te verliezen. De verkenning van enkele dagen geleden werpt zijn vruchten af want bepaalde secties zijn voor ons intussen niet meer onbekend.
De reflecterende bepijling is ronduit schitterend en behalve één punt van twijfel vinden we probleemloos het traject en de uitgezette checkpoints. Onderweg wachten Zoef, MarV en Kroki ons op enkele strategische punten op met verse bidons en trachten tevens de wonderlijke nachtelijke sfeer op foto vast te leggen. Terwijl wij door het fietsen lekker warm blijven, bibberen zij nagenoeg uit hun vel tijdens het wachten. Zo krijgt het hele team zijn aandeel in het lijden tijdens dit onvergetelijke avontuur.

Tegen de bergflank schuifelen langzaam en met tussenafstanden kleine dwaallichtjes omhoog. Het lijken wel glimwormpjes die langs voorgeprogrammeerde routes door de nacht glijden. Je kan je niet voorstellen waaraan een mens zoal denkt tijdens zo’n nachtelijke rit. Soms vraag ik me af of iedereen zo dromerig wordt? Telkens weer duiken nieuwe sensaties op en ondanks de fysieke inspanning is het genieten van de bovenste plank. Waar ik me enkele uren geleden nog afvroeg of dit wel door de beugel kon, moet ik nu toegeven dat de ruige nachtrit een onvergetelijke ervaring is.

Dat die Fransen ervaring hebben in het afdalen moeten Pat en ik vandaag opnieuw ondervinden wanneer teams die we meermaals tijdens de beklimmingen achter lieten, ons binnen de kortste keren steevast in de afdaling voorbijsnellen. Zoook tijdens de allerlaatste technische passage met hierin o.a. een drop van bijna 1 meter. Ik krijg het nog haast aan de stok met zo’n ‘Fransooz’ omdat ik ten gevolge van zijn koeterfrans niet begrepen had dat hij links of rechts voorbij wou. Twee teams moeten we voorlaten, maar wanneer we uit het bos terug op de weg komen en alleen nog enkele kilometer tot de finish voor de boeg hebben is er bij onze zuiderburen twijfel over de juiste richting. Dank zij onze verkenning weten wij wel waarheen en in ware ploegentijdrit-stijl trekken we voor de finale alle registers open. Met de gedachte dat onze belagers ons in de wielen zitten geven we het volle pond om bij de finish vast te stellen dat ze het al snel opgegeven hebben en we met minuten voorsprong de streep hebben gehaald. Moe maar tevreden high-five voor het hele team.

Het is intussen 01u30. Snel douchen en onder de wol, want we moeten al snel opnieuw het zadel in.

Zondagmorgen 6u30
Etappe 3 van Lus-la-Croix-Haute naar Gap

De mooiste als beloning

Pat en ik hebben exact 3 uur geslapen als plichtsbewuste Zoef ons om 5u wakker maakt voor het ontbijt. Marv, Kroki en Zoef lagen zelfs nog later onder zeil want na de rit van gisteren – of was het daarstraks ?- was er nog heel wat werk: fietsen poetsen en inspecteren, drinkbussen uitspoelen, nieuwe bidons klaarmaken, lampjes verwijderen, alles opruimen. Zonder hen zouden we waarschijnlijke helemaal niet horizontaal gelegen hebben. We hebben dan ook een torenhoog respect voor al die deelnemers die enerzijds pas later zijn binnengekomen van de nachtrit, maar bovendien voor alles alleen moeten zorgen, inclusief het afbreken van hun tentje en afleveren van hun bagage.

Wijzelf staan er in ieder geval als zombies bij wanneer om 6u30 het startschot valt. In slaap vallen is er echter zeker niet bij want eens de motor goed en wel op gang zorgt een afwisselend parcours voor spanning en afwisseling. Vandaag werkt het Reevax-team als een geoliede machine en vullen Pat en ik mekaar goed aan. Diegene die het sterkst is in een bepaalde sectie past zich wat aan zodat de andere steeds in de buurt blijft. Het zorgt voor wederzijdse motivatie en resulteert in een beter eindresultaat.

De landschappen vandaag zijn adembenemend. De bergmassieven lijken op die van de Dolomieten en ik denk terug aan de mooiste etappe’s uit mijn Transalp-verleden. Uitdagende, maar meestal net te rijden passages zorgen voor de kick en steeds weer is het inschatten en waar mogelijk grenzen verleggen. De afdalingen zijn vaak ruw maar het ultieme speelterrein voor de echte bikeliefhebber. Ook vandaag weer 75 kilometer met 2530 hoogtemeter. Er mag dus weer flink geklommen worden. Ook de stappassages zijn zoals bij de vorige ritten dagelijkse kost. Je kan dus maar best stevig schoeisel dragen.

Op één van de smalle richeltjes nog bijna wat spektakel. Een steenlawine verspert de doorgang en we moeten dus even van de fiets om te voet over de stenenmassa te klauteren. Fiets op de nek is voor mij met mijn korte beentjes de beste oplossing. Eens terug op het richetje aan de overzijde stoot ik bij het neerzetten van mijn bike ongewild met mijn voorwiel tegen de bergflank. De fiets schiet uit mijn linkerhand en hangt alleen nog vast op mijn camelback en twee vingers van mijn linkerhand. In een reflex doe ik een stap achteruit waardoor ook één voet van het smalle richeltje afglijdt en ik uiteindelijk geknield en met mijn rug naar de afgrond geblokkeerd zit. Shit, wat nu. Ofwel laat ik mijn fiets los, stort deze in de diepte en kan ik te voet naar Scherpenheuvel. Ofwel donder ikzelf met fiets en al achterover en kan de rest van het team ter nagedachtenis te voet naar Scherpenheuvel. Geen van de twee opties lijken me aantrekkelijk en mat wat acrobatisch stuntwerk en een helpende hand van mijn teammakker ik snel terug met beide voeten op de grond. Oef, dat was effe close.
De etappe van vandaag is echt wel de kers op de taart en van taart, daar kennen we iets van. Het landschap en de trails zijn adembenemend en als beloning voor de kilometers van zweten en afzien vormt dit een mooie beloning.
De finishlijn in Gap is een verademing maar tegelijk realiseren we ons dat het weeral voorbij is. Twee dagen van super-intensief biken door de Franse Alpen zitten erop. Een meer geconcentreerde mountainbike-cocktail kan je amper verzinnen. En of hij gesmaakt heeft … ?

Conclusie:

De Sjemijn is een evenement voor de gevorderde biker die op zoek is naar nieuwe uitdagingen en avontuur. Het is mountainbiken in de letterlijke zin van het woord. Durf, conditie, doorzettingsvermogen, een goede fietsbeheersing, de bereidheid je grenzen te verleggen en je verstand te gebruiken zijn de hoofdingrediënten om dit avontuur te doen slagen. De parcours zijn uniek, de organisatie professioneel en de aantrekkingskracht bij de Belgen blijkbaar groot. Samen met de Roc d’Azur behoort deze Sjemijn tot één van de boeiendste avonturen die ik al meemaakte. Het vele klimwerk maar vooral de nachtrit geven het geheel een extra dimensie. Alleen met het Franse eten heb ik nog geen akkoord gevonden, maar daar was dan gelukkig Restaurant Zoef en MarV’s Fannekoeken.

Er is wel nog één probleem: Na enkel dagen Sjemijn lijken vele andere wedstrijden niet meer dan regelrechte bosautostrades. De pittig gekruide Sjemijn doet sommige races maar flauw uitvallen. Nu ja, elke koers heeft zijn eigenheid.

In ieder geval, vanaf nu eindelijk gedaan met het gezaag want ik kan eindelijk zeggen: “Ja hoor, ik heb de Sjemijn al gedaan !!!”

Pepe


Wedstrijd Info

Etappe 1: Luc en Diois – Lus la Croix Haute
Afstand: 50 km
Hoogteverschil: 2700 hm

Etappe 2: Lus la Croix Haute – Lus la Croix Haute
Afstand: 42.5 km
Hoogteverschil: 2197 hm

Etappe 3: Lus la Croix Haute – Gap
Afstand: 80 km
Hoogteverschil: 3000 hm


Uitslag

Etappe 1: Luc en Diois – Lus la Croix Haute



 

 

 
1 TEAM SPORT2000 LAFUMA VIBRAM 1 4:11:23
23 www.reevax.be 5:36:01

volledige uitslag

Etappe 2: Lus la Croix Haute – Lus la Croix Haute

 

 

 
1 TEAM SPORT2000 LAFUMA VIBRAM 1 3:13:58
13 www.reevax.be 3:54:01

volledige uitslag

Etappe 3: Lus la Croix Haute – Gap

 

 

 
1 TEAM SPORT2000 LAFUMA VIBRAM 1 5:05:00
11 www.reevax.be 5:48:40

volledige uitslag

Eindklassement

 

 

 
1 TEAM SPORT2000 LAFUMA VIBRAM 1 12:30:21
12 www.reevax.be 15:18:42

volledige uitslag