Sterven onder de zon

Sterven onder de zon

De Spessart marathon in het Duitse Frammersbach is altijd een leuke wedstrijd. Gigantisch veel supporters langs het gehele parkoers, gezellige sfeer en een geweldige ambiance voor, tijdens en na de koers. Daarbovenop een behoorlijk zwaar parkoers met het betere werk van het centraal-Duitse middengebergte. Geen alpencols, maar wel een hoog off-road gehalte met een gezellige mix van oer-Duitse schotterwegen, donkere bospaden en snelle afdalingen bezaaid met wortels, stenen en putten. Het techniciteitsgehalte is niet erg hoog, maar de vernoemde afdalingen hebben alle ingredienten in huis om goed op uw smoel te gaan. Vraag maar eens aan Wouter Declercq die hier vorig jaar zijn sleutelbeen brak, en dat dit jaar ei-zo-na nog eens overdeed.

Deze keer slechts 2 Reevaxers die afzakten voor een zonnig weekendje afzien. Pat en Zoef hadden zoon Jan non-stop assistentie beloofd tijdens de 24h van Westel, huisfotograaf MarV moest op het allerlaatste moment ook verstek laten gaan. En ook ondergetekende had bijna de trip naar Frammersbach gemist. Al enkele maanden kamperend in Berlijn voor de werkgever, probeer ik de buitenlandse missies te combineren met een schuchtere mountainbike-carriere. Daarbij sluiten de professionele en prive-reizen naadloos bij mekaar aan, zodanig dat ik sinds begin april mijn eigen bed amper gezien heb. Meestal bestaat het scenario op vrijdag uit: landen op Zaventem, recht naar huis, ene valies in de wasmand kieperen, nieuwe valies volladen, fiets in de auto, en binnen de 30 minuten weer weg. Op zondag avond dan het omgekeerde scenario (waarbij die ene valies niet met de wasmand gevuld wordt, he ;-) ). Tenzij de bike-locatie dichter bij Berlijn ligt, dan gaat het rechtstreeks over en weer met de auto en wordt de tussenstop “thuis” weggelaten. Ook afgelopen vrijdag was de planning nipt. En dan kwam eerst Brussels Airlines roet in het eten gooien doordat de bagage maar liefst 45 minuten op zich liet wachten, en de daaropvolgende voorziene stop-and-go op de bureau leek eerder op een stop-and-no-go. Maar uiteindelijk viel alles dan toch in de goede plooi en ondanks wat vertraging waren we toch op een redelijk uur ter plaatse geraakt.

Andere gevolgen van deze levensstijl zijn een overaanbod aan werkuren en een chronisch tekort aan slaap. Daarbovenop nog eens de – naar mijn smaak- excellente Duitse keuken en te weinig beweging hebben tot gevolg dat de kilometerteller van de bike niet veel werk heeft terwijl de kilos er aan vliegen. Allemaal weinig bevorderend voor de conditie, en dat merkte ik al enkele weken sinds het einde van de TransGermany. De secretaresse noemde me in een moment van concentratieverlies zelfs al eens een ‘boule de Berlin’.

Maar de bike weekends zijn ideaal voor de kop terug leeg te maken, en dus staat er op zaterdag het traditionele rustige toerke op het programma. We besluiten om het eerste stuk van het parkoers te testen. Tijdens de startklim halen we Kim Saenen en Patrick in, waardoor het tempo daalt, maar de gezelligheid stijgt. Samen rijden we de eerste 18km en heel lang duurt het dan niet meer voordat we weer terug in Frammersbach zijn en ons op een terras zetten. Uiteindelijk is het schitterend weer en daarvan moet geprofiteerd worden.

Na een uitgebreide pauze houden Kim en Patrick het voor bekeken, terwijl Pepe en ik de andere kant van Frammersbach verkennen. De bossen liggen hier overal vol met smalle en bredere bospaden en is een speelparadijs voor mountainbikers. We rijden maar wat op goed gevoel en onze eigen ingebouwde GPS, waardoor we een grote lus rond Frammersbach maakten en via een semi-downhill singletrail terug op de markt stonden. Hoogste tijd voor een 2de terras, gevolgd door de pasta-party. Enkele verloren gelopen doornen op die extra lus bleken achteraf mijn achterband vakkundig geperforeerd te hebben, en opgedroogde latex helpt ook niet echt. Gelukkig waren Kim en Patrick (en hun voetpomp, nogmaals duizendmaal dank!) in de buurt en was er snel weer lucht de band. Een extra schep Joe’s No-Flats zorgde er dan voor dat de band ook dicht blijft. Uiteindelijk zou het bijna 21u als we terug in ons hotelletje waren, en met 65 km op de teller, voorspelt het gevoel in mijn benen alvast niet veel goeds voor morgen.

Zondag, koersdag. Alweer veel te vroeg uit bed naar mijn goesting (de heren organisatoren zouden eens moeten leren dat starten voor 10u een regelrechte misdaad is). Pepe mag al om 8u aan beginnen aan de 117km lange afstand, ikzelf moet nog 45 minuten geduld hebben voordat ik de 65 km afstand mag beginnen. Al in de eerste kilometers voel ik dat het mijn dag niet zou worden. De startklim gaat merkelijk moeizamer dan gisteren, blijkbaar toch te zot gedaan gisteren. De benen hebben echt geen goesting, het hoofd heeft dus extra veel werk om de benen te laten ronddraaien. Maar op karakter gaat ook, alleen wat moeizamer.

Ondanks de algemene malaise van mijn systeem, vorderen de kilometers nog behoorlijk goed. Het parkoers ligt er dan ook perfect bij: kurkdroog. Maar de schotterwegen zijn blijkbaar recent “frisch geschottert” en de nieuwe kiezel ligt nog los. Dit zorgt ervoor dat het niet echt goed bolt, maar ook dat de banden continu aan het “zwemmen” zijn doordat de kiezeltjes onder de band wegrollen. Oppassen in de afdalingen dus. Ongeveer halfweg beginnen we aan de 4km lange asfaltklim naar een wateropvangbekken. Hier begint het licht langzaam uit te gaan. De ketting schuift onbewust stap voor stap naar links. Het bewustzijn komt echter terug als de ene na de andere biker voorbijkomt. Opeens hoor ik kort achter mij iemand “Julien Absolon, Julien Absolon” roepen. Ik vermoed dat de Orbea logos hun werk doen, en als de 2 jonge gasten mij ingehaald hebben, roept de ene “Ohhww, geiles Rad” (Sjieke velo). Ik speel een nuchter antwoord terug: “Bringt nichts wann die Beine nicht wollen” (helpt niet als de benen niet willen), waarop de jonge snuiter terugspeelt: “Ist egal, hauptsache du siehts gut aus” (speelt geen rol, zolang je er maar goed uitziet). Nu, volgens mij moet ik er al helemaal niet goed meer uitgezien hebben (alsof dat ooit het geval geweest is ;-), maar wie ben ik om daarover te oordelen. Misschien moet ik toch maar eens een modellencarriere overwegen…

Even verder staat de 2 de bevoorrading, en die zijn in Frammersbach zelfs naar Duitse normen ongelooflijk: het gehele buffet is ongeveer 200m lang, waarbij elke 25-30m een groepje van 5-6 personen klaarstaat om aan te geven wat je maar wilt hebben, zodat je niet hoeft te stoppen: drinkbussen met water of sportdrank, bananen, energierepen, koekjes, cake, …

Dan volgt de apotheose van deze marathon: de Grabig. Een korte, steile klim waar honderden supporters verzamelen om de vermoeide bikers de berg op te schreeuwen. Alhoewel de straat 4m breed is, wijkt de mensenmassa in ware Alpe d’Huez stijl pas net voor je voorwiel waardoor je enkel een stuurbreedte ruimte krijgt. Een kippevel moment, waardoor je even boven je mogelijkheden gaat. Nadeel is wel dat je dat driedubbel terugbetaald, want de klim gaat nog meer dan 4 heel lastige kilometers verder. En daar staat natuurlijk geen volk meer …

En het is hier dan ook dat mijn lichtje helemaal stukspringt. Het laatste en steilste stuk van de klim over een met wortels bezaaid bospad is echt afzien om de kleinste vitesse te blijven ronddraaien. De laatste afdaling gaat nog moeizaam, door de vermoeidheid heb ik last om geconcentreerd en alert te blijven. Ik doe het dan ook rustig aan, en verlies nog enkele plaatsen. Zal mij worst wezen, na 3h21 ben ik content dat ik eindelijk de finish boog zie staan.

Een dik uurke later komt Pepe als 3 de master over de streep. De bijhorende ijskreem was het slot van een tof weekendje biken, vooraleer terug te keren naar de Heimat in Berlijn…

Kroki


Wedstrijd Info

Afstand: 65/117 km

Hoogteverschil: 1650/3100 hm

 


Uitslag

  117 km Seniors 2  
1 Ball Matthias 04:43:35.6
3 Paelinck Peter 05:08:36.9

volledige uitslag

  65 km Seniors  
1 Pieper Sven 02:29:45.8
117 Pauwels Steven 03:21:57.8

volledige uitslag